de Kölnische-Zeitung opgenomen berigt, als zou een op 22 Februarij door de te Frankfort aanwezige Americanen gevierd feest een bijzonder demonstratief karakter hebben gehad ten opzigte van ‘den nieuwen toestand.’ De heer Murphy beweert, dat dit geenszins het geval is; dat de te Londen, Baden-Baden, Parijs, Berlijn, Frankfort en in andere europesche plaatsen woonachtige Americanen gewoon zijn, zich tweemalen 's jaars, namelijk op 22 Februarij (Washington's geboortedag) en op den 4den Julij (het feest der onafhankelijkheidsverklaring), te vereenigen. Dit nu is te Frankfort op den gewonen dag en op de gewone wijze geschied, De consul heeft daarbij het voorzitterschap bekleed, en verklaart uitdrukkelijk, dat de ‘nieuwe orde der dingen’ in Duitschland geenszins behandeld of herdacht is. ‘Het feest was niet van algemeen politieke beteekenis (verklaart de heer Murphy), doch uitsluitend nationaal-americaansch. Dit kon ook niet anders, daar geene andere gasten dan Americanen en hunne dames aanwezig waren.’
- Uit Kassel wordt geschreven, dat aldaar, onder voorzitterschap van den geheimraad Achenbach, eene commissie in werking is getreden om de pruissische wet op het mijnwezen, van 24 Junij 1865, in Keurhessen intevoeren.
- Onder de vertooningen, die bij den jongsten carnavals-optogt te Keulen de algemeene aandacht trokken, bevond zich een groote zegekar, waarop het vrijgemaakte Venetie was voorgesteld. Thans verneemt men, dat het Vasten-avond-gezelschap in die stad uitgenoodigd was, zich door eene commissie bij de Keulsche feestelijkheden te doen vertegenwoordigen. In den brief, waarin de Venetianen voor die uitnoodiging bedankten, komt onder anderen voor, dat men te Venetie overtuigd is, de tegenwoordige vrijheid grootendeels aan Pruissen, den overwinnaar bij Sadowa, te danken te hebben.