Volledige werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868
(1979)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdVan den Rijn, 5 Maart.Onlangs is uit Mainz gemeld, dat de r.k. geestelijkheid van Hessen-Darmstadt, in eene petitie aan den Groothertog, zich beklaagd had over beleedigende opstellen in den Gustaaf-Adolf-Kalender voor 1867. Van eene niet-katholieke zijde wordt thans van daar geschreven, dat met die opstellen, in het meervoud, alleen bedoeld kan zijn eene korte historische bijdrage over het Jezuitismus, waarin de Jezuiten worden voorgesteld als de gezworen vijanden der Protestanten en, in het algemeen, van iedere soort van vooruitgang. Naar men van de genoemde zijde beweert, staat in die bijdrage niets te lezen wat niet reeds honderd malen in andere geschriften over de Jezuiten gezegd is, en klinkt het daarom vreemd, dat juist dat onschadelijke kleine opstel de verbolgenheid der r.k. geestelijkheid in Hessen zoo zeer gaandegemaakt heeft. De berigtgever houdt het er voor, dat, even als van den te Lahr verschijnenden Hinkenden Bote, sedert die almanak door de r.k. geestelijkheid in het openbaar en op hartstogtelijken toon verboden is, niet minder dan 500,000 exemplaren getrokken en verkocht worden, zoo ook de Gustaaf-Adolf-Kalender, te beginnen met het jaar 1867, zich, ten gevolge van de tegen dat boekje gerigte aanvallen, in een ongemeen ruim debiet zal mogen verheugen. Nog wordt het merkwaardig genoemd, dat de onderteekenaren der petitie aan den Groothertog er rond voor uitkomen, dat het streven van de orde der Jezuiten ook het streven is van de | |
[pagina 125]
| |
geheele r.k. Kerk, en dat alle beschuldigingen, welke tegen die orde worden ingebragt, tevens de r.k. Kerk en hare dienaren treffen; ‘zoodat (gaat de berigtgever voort) de Protestanten thans volkomen regt zouden hebben, te beweren, dat, naar het getuigenis der r.k. geestelijkheid zelve, de moraal der Jezuiten de moraal van het Katholicismus is.’ |
|