- De gewezen Landgraaf van Hessen-Homburg bezat eene vrij belangrijke verzameling schilderijen, oudheden, documenten, enz. Bij familieverdrag van 7 Julij 1864 was bepaald, dat dit museum (grootendeels op Homburg betrekking hebbende, en door Homburgsch geld bijeengebragt) bij voortduring blijven zou op de plaats, die sedert 300 jaren de residentie der landgrafelijke familie geweest was. In verband met die bepaling, en in zekeren zin als vergoeding, zou dan het ambt Meisenheim, dat niet in het hessische erfregt begrepen was, na den dood van den Landgraaf in de Darmstadtsche familie overgaan. Nu echter is Meisenheim pruissisch geworden, en het Homburgsche museum gaat naar Darmstadt. Dit is onbillijk, zegt men, en de Homburgers protesteren.
- Volgens berigten uit Frankfort, zullen de zittingen der commissie tot liquidering van Bondseigendom weldra een aanvang nemen. Het voorzitterschap wordt bekleed door een pruissisch gevolmagtigde; de secretaris der commissie is een Oostenrijker. Die zaak zal waarschijnlijk 2 à 3 maanden duren. - Men spreekt van beraadslagingen tusschen aanzienlijke inwoners dezer stad en den pruissischen minister van Financien von der Heydt, over groote plannen op financieel gebied. - ‘Sic tempora mutantur,’ zegt een Frankforter blad, en wijst er op, hoe, 50 jaren geleden, de burgers de herstelling vierden hunner onafhankelijkheid, met illuminatien, vuurwerk en toespraken. ‘Wat al eeden werden toen gezworen (aldus gaat dat blad voort), eeden op de Constitutie onzer vrije stad; wat al beloften, wat al redevoeringen in die dagen! Voorzeker staan vele toen gesproken woorden opgeteekend in de gedenkrollen der geschiedenis; maar, thans die woorden te herhalen, zou zweem en naar hoogverraad.’ Aan demonstratien van aanhankelijkheid aan den vorigen toestand ontbreekt het overigens niet. Vele dames dragen roodwitte linten, strikken en kapsels. Een politie-agent, opmerkzaam gemaakt wordende op de strekking dier kleuren, betuigde, geen last te hebben, zich daarmede intelaten. Het schijnt dus, dat men van plan is, die manifestatien te laten overlijden aan gebrek aan tegenstand. - Men verneemt, dat de gewezen Vorsten van Hessen, Nassau en Hannover het voornemen hebben, zich te Frankfort te vestigen; althans, er worden onderhandelingen gevoerd over den aankoop van woningen, voor hen bestemd. De Keurvorst zou voorloopig het huis gehuurd hebben van den gewezen pruissischen gezant von Savigny.