[18 januari 1866
Vonnis inzake de klap]
18 januari 1866
Vonnis van de Arrondissementrechtbank te Amsterdam. (Rijksarchief, Schaarsbergen; fotokopie M.M.)
De onderstaande tekst, die onmiddellijk aansluit bij het verslag over de zitting van 17 januari, bevat de eindredactie, zonder vermelding van doorhalingen etc.
Op den achttienden Januarij 1866, heeft de President met opene deuren, in tegenwoordigheid van de Regters; Ambtenaar van het Openbare Ministerie en Substituut-Griffier, in hoofde dezes vermeld, behalve dat Mr. Driessen wegens verhindering werd vervangen door Jhr. Mr. de Geer uitgesproken een vonnis, waarbij de beklaagde wordt schuldig verklaard aan:
het moedwillig toebrengen van slagen aan twee personen, waardoor geene ziekte of beletsel van te werken van langer dan 20 dagen is ontstaan, en veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van vijftien dagen en
tot betaling van twee geldboeten, ten bedrage van f 8 ten voordeele van den Staat met bepaling, dat de boeten indien de veroordeelde binnen twee maanden na daartoe te zijn aangemaand, die niet betaalt, worden vervangen door eene cellulaire gevangenisstraf van één dag, voorts in de kosten van het Regtsgeding, invorderbaar bij lijfsdwang, ten behoeve van den Staat.
Waarna de teregtzitting over deze zaak is gesloten.
Doorgehaald vijf regels en vijf woorden.
S.J. Hingst SGriffier
C. Dronsberg