vangen, dan weêr naar H! Ik wou dat het kon, want al blyft er altyd kans op tegenspoed, hierblyvende is de tegenspoed zeker.
Ik ben weer geheel wel, en ook myn keel is veel beter. Ik heb my volstrekt niet gemenageerd voor togt of kou.
Gisteravend ben ik by Edu geweest. Ik vind hem zoo lief als ik er by ben, en 't grieft me zoo dat hy zoo anders is als ik er niet ben. Ook over jou spreekt hy zelden of nooit als ik er niet ben. Dàn wel soms, maar blykbaar om my intenemen. Mevrouw Koning die anders veel van hem houdt vindt het naar zoo weinig gevoel hy toont. Hy is voor niets vatbaar dan voor ogenblikkelyk genot. En was hy nog maar opregt, maar dat is hy niet. Als hy by me komt is hy innig lief en hartelyk, welnu toch weet ik dat hy nooit lust heeft om by my te komen en altyd moet gepersuadeerd worden. Alleen als hy zeker is dat i met my kan eten, gaat het wat makkelyker. Ik durf zeggen dat ik altyd goed en zacht voor hem ben en toch spreekt hy ellendig over my. Het grieft my vreesselyk. Mevrouw Koning trekt het zich aan en was gister bedroefd by de gedachte dat Edu my altyd zou verloochenen.
Siet heeft sedert eenigen tyd expres hem niet aangezet om aan je te schryven, en dan is er in hemzelf geen schyn van lust daartoe. Het doet my zoo bitter leed. Ik houd zoo dol van hem en doe 't mogelyke om hem pleizier te doen, maar waarlyk er is iets vals in de wyze waarop hy tegen my is in myn byzyn. Ik weet niet hoe ik 't anders noemen moet. Maar ik zal voortgaan hartelyk voor hem te zyn, want ik zou niet anders kunnen.
Ik bedank non wel voor haar lieve teekeningetjes. Ik verlang zoo naar 't lieve kind. O God en naar verandering in 't geheel.
Ik zal je Willèmes brief maar zenden, dan weet je hoe zy schryven - Och nee, waartoe? Hy is niet tevreden met den wissel en vraagt geld. Ziedaar alles. Het geld dat hy nu speciaal vraagt is de fr 200 die hy zegt avoir prêtées! Ik vind Mimi kon evengoed het geld terug vragen dat zy hem heeft geleend. Enfin, 't is bitter. Ik heb vreesselyk met je te doen. Mogt Mimi geld ontvangen dan heb ik wel wat hoop. Ik zal my inspannen tot het onmogelyke. Je begrypt dat ik liever wou gaan met meer, en ik zal zien wat by elkaêr te krygen. Ik kan je niet zeggen hoe ik aan je denk, en hoe bitter. Ik zou voor niets staan als ik uitkomst zag, maar ik kan toch geen dolheid doen zonder nut, of zonder kans?