ten de 2de bundel vel 1-16) en op het nog door hem aan mij te leveren à f 40.- per vel in eens af. Deze voorwaarde helpt hem terstond aan geld, en is voor mij op den duur zeer voordeelig, daar de gelden door mij uit te schieten gemakkelijk na een jaar hunne dekking vinden in de opbrengst der abonnementen op de Ideen alléén, doch nu is voor mij de moeijelijkheid slechts waar vind ik den noodigen geldschieter. Ik schreef velen doch ontving of geen antwoord, of eene verontschuldiging, of eene onzekere belofte. Ik heb trouwens weinig omgang en ben een slecht vrager aan vreemden of meer oppervlakkig bekenden.
Ziedaar waarde Heer, wat er sedert ons gesprek voorgevallen is, en hetgeen ik U volgens belofte meêdeel, bij gelegenheid mondeling uitvoeriger.
Dekker is zeer opgeruimd, vooral na de ovatie die hem eergisterenavond te Rotterdam is te beurt gevallen. Dat belooft veel voor zijne nieuwe Ideen.
Door uwe hulp en die van een ander, die mij f100.- ter beschikking heeft gesteld, hoop ik, hoe het verder gaan moge ten minste vel 17-26 van den tweeden bundel magtig te worden.
Schikt het U dat ik Zaturdag a.s. f 50.- bij u doe ontvangen?
Na beleefde en vriendschappelijke groete, in afwachting u spoedig eens te spreken
Geheel de uwe
R.C. d'Ablaing van Gb.