ker namens de Leden der Vereeniging dank werdt gebragt voor zijne gehouden voordragt. Sec. berigt dat hij dit reeds gedaan heeft en tevens van den Heer Dekker de belofte ontvangen had van meermalen een lezing voor de leden te zullen houden. De Heer Christiaanse wenscht dat Sec. wanneer hij de Heer Dekker spreekt, dien heer verzoekt de volgende lezingen op een andere avond te stellen, daar voor vele leden de Zaturdag avond minder geschikt is. Sec. voert hiertegen aan, dat het zeer moeijelijk is een avond te kiezen die alle leden gelegen komt, daar hij van sommige vernam dat juist die avond de beste voor hun was, dat wanneer men eenmaal ter wille van sommige Leden aan het veranderen gaat, dit wel een begin maar geen einde heeft, dat men tevens in aanmerking moet nemen dat het locaal slechts Donderdag en Zaterdag beschikbaar is en bovenal dat het zijn inziens eene groote onbeleefdheid is den Heer Dekker bepalingen te willen maken wanneer hij de bewijzen zijner welwillendheid zal mogen leveren.