Ik stem volmaakt overeen met de in dat artikel geuite meening, dat er een naauw verband bestaat tusschen de keuze van een kamerlid en batige saldo's. Maar ik ben zoo vrij een ander gevoelen aan te kleven omtrent de politieke kleur, die een vereischte wezen zoude in den te verkiezen volksvertegenwoordiger.
Ik zie namelijk geen heil in uitsluitend behoud, evenmin als ik heil verwacht van oppositie quand même, of van een liberalisme dat Westersche vormen zou willen geven aan Oostersche zaken.
Ik geloof integendeel, dat er iemand noodig is, die zonder eenige afhankelijkheid van partij begrippen het goede voorstaat, onverschillig of het moet worden daargesteld als iets nieuws, of behouden uit het reeds bestaande.
Wat nu ter zake het goede zij, komt naar ik geloof voor dezen oogenblik op het volgende neder en ik meen te mogen rekenen op uwe toestemiming, als ik beweer, dat daarbij kan worden buiten spel gelaten alle onderscheid van staatkundige rigting.
Niemand zal ontkennen, dat er tot eene juiste beoordeeling van zaken noodig is voor alles: kennis van die zaken.
Van waar bekomt het moederland en de Tweede Kamer hare kennis over Indie?
Natuurlijk van den Minister van Kolonien; deze van den Gouverneur Generaal, deze weder van directeuren, residenten, enz. De juistheid der beoordeelingen in het moederland gaat dus hand aan hand met de juistheid van de opgaven der Oost-Indische ambtenaren.
Waar de laatste iets te wenschen overlaat, moet de eerste noodwendig dwalen.
Ik beweer, dat dit vaak het geval is, ja, ik houd staande, dat dit meestal het geval is. Bijna had ik gezegd altijd...
Er heerscht namelijk in Indie een geest van... hoe zal ik het noemen?... Een geest van vergoêlijken, van schipperen, van eerbied voor Zijne Excellentie, die alle verschil van gevoelen met Zijne Excellentie tot een hors d'oeuvre maakt.
Ik verzeker u in officiele advyzen te hebben gelezen, na een considerans, die aanhaalde hoe Zijne Excellentie vroeger besliste in gelijksoortig geval:
‘Ik vermeen dus in den geest van uwe excellentie te handelen door te advyseren, enz.’.