[23 september 1862
Brief van d'Ablaing aan Multatuli]
23 september 1862
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan Multatuli. (Kopieboek II, blz. 92. M.M.)
E D Dekker Esq.
Amice
Ik val u alweer lastig om manuscript voor blad 2 5 en 26 der Ideen.
Bedenk toch wat ik u bidden mag, dat het jaar verstrijkt, en dat ik aanstaande jaar drukker en papierkooper te betalen heb met de opbrengst van hetgeen ge dit jaar geleverd hebt. Ik had gehoopt ook zelf aanstaande jaar wat vrijer te kunnen ademen, en levert ge vóor het einde van dit jaar den 2den bundel niet compleet dan heb ik alleen voor het papier dat nu nutteloos bij Kröber ligt f 810.- te betalen, dus dan zitten wij beide minstens in dezelfde moeijelijkheden als dit jaar. Werk, nu ge goed gestemd zijt, al zij het alleen om mijnentwil, ik weet dat ge mij genegen zijt: daarom buig ik ook voor u mijn trots en vraag ik u ‘ge hebt gewerkt om anderen te helpen, zorg dat de tweede bundel gereed komt, dan helpt ge mij - wilt ge dat niet.’ Ge wilt mij helpen, door mij geld ter leen te bezorgen, help mij eerst door de zaak meer winstgevend te maken, dan legt ge ook daardoor immers te hechter de gronden, waarop een leen met vooruitzigt van voordeel door uitbreiding der zaken kan gesloten worden.