[30 augustus 1862
Brief van Multatuli aan Tine]
* Waarschijnlijk 30 augustus 1862
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven VI, blz. 230; Brieven WB VI, blz. 170.)
Den Haag Zaterdag.
Lieve hart. De stemming is hartelijk en goed, zooals 't nooit geweest is. Dat is dus heel in orde. Jan en Mary beiden zijn zeer Hef. Het stuit mij nu zoo om de vriendelijke hartelijke stemming te beantwoorden met dadelijk om geld te vragen, en dáár knelt me toch de schoen.
Ik wou zoo graag dat men Meijer in staat stelde mij te betalen.