[19 april 1862
Brief van Multatuli aan d'Ablaing]
19 april 1862
Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Enkel velletje postpapier, tot bovenaan de keerzijde beschreven. (M.M.)
Pasen 1862 viel op 20 en 21 april.
Lachmé: schuilnaam van Anthon Gerhard Wilhelm Ramaer, medewerker aan De Dageraad.
Vel 11 en 12 bevat in de eerste uitgave de Ideeën 232-273.
Zaterdag avend
Waarde d'Ablaing!
Ik ontvang daar een allerhartelijkst brief je van Lachmé! Ik heb reden u te verzoeken vel 11 & 12 met spoed aan Gunst te zenden ter doorzending naar Zevenaar (L's woonplaats). Ik weet wel dat ze pas dingsdag kunnen verschijnen en dat dus de partiële uitgifte nadeelig is, maar 1e Publiek slaapt twee paaschdagen, & 2e zeg er Gunst bij dat hij ze niet open verzendt. En al was dat! wat zou 't zijn? Je kunt altijd antwoorden, dat wij, arme ongeloovigen, geen paasch houden, en dat zijl. dáárom twee dagen achteraan komen. Wie een verlosser heeft, moet zich dat getroosten que diable! Men wordt niet zalig voor niemendal. Jij en ik moeten morgen wel werken en zij bedrinken zich aan engelenzangen en jenever met suiker, dat compenseert.
Geef Lachmé's brief weêr meê, S.V.P. ik wil dadelijk antwoor-