onhandige vrienden, als Hagiosimandre en Q. aanleiding geeft, onkiesche bedelbrieven te zijnen behoeve te schrijven, - natuurlijk vruchteloos. Hij moet in staat zijn met de zijnen te kunnen voortleven.
2e. moet hij, in het belang zijner schuldeischers, beleefdelijk verzoeken hem niet door aanmaningen om geld, dat hij niet heeft, - in eenen gemoedstoestand te brengen, waarin het hem onmogelijk wordt met zijnen arbeid voort te gaan en zijne positie in der daad te verbeteren. Om deze rust, in zijn eigen en anderer belang te bekomen en te behouden, heeft Dekker zelf in den aanvang van Feb. ct. in het Alg. Handelsblad, het Handels en Effectenblad en de Amsterd: krant de annonce geplaatst die zoo veel besproken en zoo weinig begrepen is.
Ook de beantwoording van uwen geëerden van gisteren, aan D. gerigt, door mij, in plaats hem, gelieve U aan eene soortgelijke beweegreden toe te schrijven. - Ik gevoel mij verpligt te doen, wat hij zelf niet doen kan, zonder zich voor geruimen tijd tot juist oordeelen ongeschikt te maken. Van daar dat ik het voeren van onaangename correspondentien, zijnen materielen toestand betreffende op mij genomen heb.
U ziet uit het voorgaande dat het Dekker, noch mij mogelijk is, U de geringste bepaalde belofte omtrent tijd of wijze van betalen van uwe pretentie te doen. Alleen geven wij U de verzekering dat hij U en allen wien hij geld schuldig is zal en wil betalen, wanneer men hem de rust late noodig om te denken en te schrijven, - dus noodig om zich de middelen te verschaffen aan zijne verpligtingen te voldoen.
Eindelijk verzekeren wij U dat door D. geene verjaring, of ander middel tot ontduiking van de betaling uwer of anderer schuldvordering zal te baat genomen worden. - Hij zelf wenscht niets vuriger dan eindelijk eens in staat gesteld te worden aan zijne verpligtingen te voldoen.
Ontvang inmiddels mijne Heeren, mijn dank voor Uwe heusche letteren, benevens de verzekering mijner dienstwilligheid.
Met alle achting
R.C. d'Ablaing v.G:
firma R.C. Meijer.