[17 februari 1862
Brief van Multatuli aan d'Ablaing]
Omstreeks 17 februari 1862
Brief van Multatuli aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Twee stroken papier, aan éen zijde beschreven. (M.M.)
Kröber: de drukkerij waar de ‘Ideën’ werden gezet.
Waarde d'Ablaing!
Door heel gekke samenloop heb ik gister avond geen kopij aan Krober kunnen zenden en zelfs op dit oogenblik niet. Dat zal niet weêr gebeuren. Ik snij alle oorzaken die zoo iets te weeg brengen, successievelijk àf.
- Hierbij 1000 kaartjes voor enkele avonden door U intevullen nog 20 Serien van zes avonden (met die van gister 120.)
Ik vrees dat dit genoeg zal wezen.
- Nog ben ik niet gerust over de benoodigde toestemming. Ikzelf weet er niets van, maar Ze zeggen dat de Heer De Bie niet de bevoegde autoriteit is, en dat de beschreven vaders van den raad zijn vergunning niet behoeven te approberen.
Verbeeld U de échec als men mij één dag te voren (of erger nog: op den avond zelf) belette te spreken.
Mag den Heer v. Vuuren naar 't Stadhuis gaan en daar inlichting vragen aan den gemeente-secretaris? Hij kan verzekeren, dat ik mij beweeg op zuiver (of onzuiver) letterkundig terrein.