indruk. De rest zal dan wel gevonden worden. Neen om Publiek geef ik niets, wat mijn persoon aangaat, maar wèl wat de Lebaksche zaken aangaat.
Ik peins hoe ik doen zal, maar nog ééns, ik wil niet dat Gij langer verdriet van die historie hebt.
Maar ik vraag U, van waar komt dan de zaak? Ik heb den havelaar niet verkocht. Ik heb Uwe hulp aangenomen om zes maanden rustig bij mijn vrouw en kinderen te zijn, mij - als 't mogelijk was, bezig te houden met letterkunde - en daarna den indruk aftewachten die mijn boek maken zou om een beroep te doen op 't volk, - Om dat oogenblik aftewachten heb ik Uwe hulp aangenomen. Het m/s. van dat boek was geen f 1200. waard.
Maar genoeg voor heden. Ik heb U eigenlijk veel te zeggen. Doch vandaag dit alleen dat ik wil dat die zaak uit zij.
Ik heb de eer met de meeste hoogachting te zijn
UWelEdGestr Dienstwillige Dienaar
Douwes Dekker
31 Januarij 1861
Het zou jammer wezen 't publiek te vermaken. Gister middag reeds zei me iemand in zijn handen wrijvende ‘niet waar je zult ferm antwoorden, ferm hè,... heel ferm!’
Dat dégouteerde mij.