tirade: ‘leg dit boekje ongeopend voor U... lees... lees... en als je 't nu nog niet weet... enz.’
- Goed vier vel. Perfect. Je zult ze hebben en goed ook. Hou me op de hoogte van de gebruikte ruimte.
- Laat het crediet bij Uw drukker toe dat ik terstond na dit, weêr wat uitgeef. Ik wenschte aldus:
Idéen van Multatuli (motto).
Een zaaijer ging uit om te zaaien.
No.
Jezus.
Ik wou die uitgeven per één vel tegelijk, dat is: zoo courantvormig mogelijk zonder onder 't bereik van de zegelwet te vallen.
- Ik heb idee dat ik U met mijne idéen voortdurend aan den gang kan houden.
- leest Siet mijn geschrijf? Zoo ja laat haar mij zeggen of 't haar bevalt.
- Ik heb mijn ziel vol donder en bliksem. Dat zal je zien. Ik kan nog wat leven en zal proberen dien tijd zoo te gebruiken dat ik nog langer kan blijven leven.
Godgeef dat je dat geld krijgt. Maar zend mij volstrekt niets. Ik heb nog.
- Ik heb Rochussen gevraagd mij dat stuk van van Swieten te bezorgen. Ik heb 't absoluut noodig.
- Als Rochussen 't mij niet zendt, neem ik dit als een bewijs dat hij niet met mij te doen wil hebben, en dan... tant pis pour lui. Houd moed. Ik heb Ahnung dat ik er boven op kom. Zeg dit aan Siet. Daarom schrijf ik haar niet. Ik wil me niet verbrokkelen. Ik spreek ook niet met Everdine. Laat haar niet verdrietig zijn. Zeg dat ik en Everdine haar hartelijk lief hebben. Ik doe niets als kooken.
- hartelijk gegroet van ons allen. Groet ook uwe moeder en vraag gratie voor Loevestein, schoon ik van plan ben het meer te verdienen dan ooit (niet de gratie). Ik wil winnen. Adieu.
- Als ik geen ander werk onder handen heb, geloof ik U elke week een vel ideen te kunnen geven. Laat ze 't me nadoen.