[juli 1861
Brief van Multatuli aan Tine]
* Waarschijnlijk eind juli 1861
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven V, blz. 98; Brieven WB V, blz. 76). - De tekst maakt de indruk, een los fragment te zijn uit een voorafgaande brief.
Mijn minnebrieven zijn af.
Ik ben er niet tevreden over. Er zijn wel mooije stukken in, maar 't geheel is anders geloopen dan ik mij had voorgesteld. Enfin!
Toen ik met Gunst (de uitgever) begon, was mijn bedoeling dat hij mij in eens aan zekere som f 1500 of f 2000 zou helpen. Dat wil hij graag, maar hij is zelf gegeneerd. 't Is een heel makkelijk (ja al te makkelijk) mensch hij is slordig en als koopman niet sohede. Dit nu maakt den omgang makkelijk, maar wat hulp in geld aangaat ongemakkelijk.
Ik heb veel te doen.
Alles is weer anders geloopen dan ik meende. Ik had geld genoeg moeten ontvangen om zamen te blijven. Ik leg 't daarop nog toe. Gunst heeft niet, hij wil wel. Hoe het zij ik bedenk groote dingen en ben welgemoed. Houd jij je ook maar dapper. Jammer dat Meijer de boekverkooper op den Vijgendam niet rijk is. Dat zou de flinkste medestander zijn die er te krijgen is. Hij is entier.