In vel 7 komt iets dat je mooi zult vinden. Iets wat op niets lijkt, denk maar om 't derde sprookje. Maar lieve, als dat afbreekt op de laatste pagina van dat vel, dan wacht ik tot het volgende klaar is, ik wil 't je niet gebroken geven. 't Is een sprookje dat veel opgang zal maken, denk ik. Gunst zei meer nog dan 't Gebed v.d. O., waarvan duizenden verkocht worden. 't Is ongehoord. Ook is 't ongehoord hoe er besteld wordt op de M.B. 't Is mogelijk, dat de heele 1500 Ex. op zijn voor het af is. Hoe vind je dat?
't Drukken gaat me te langzaam naar mijn zin. Als 't af is vraag ik geld. Ik hoef nog maar een paar vel te schrijven, maar ik heb allerlei tegenspoed.
Die uitgever zou mij zeker vertrouwen voor f 2000, maar hij heeft zelf niet. Dat treft ongelukkig.
Uw brieven doen mij altijd goed. Denk niet dat ik er geen belang in stel omdat ik zoo weinig schrijf. Je weet niet hoe innig ik hecht aan je brieven. Als 't lang duurt voor je schrijft ben ik verdrietig. Ze maken me altijd een heerlijk effect (niet als je knort, weet je!) Och, dat is niets, ik weet heel goed hoe je 't meent, maar ik kan 't toch niet velen. En jij vindt het eigenlijk heel pleizierig dat ik je knorren niet verdragen kan. Zoo is het!
Och, die beste kinderen. Als ik thuis kom gaan we ook naar de fontein. Die wijze Edu! Ik verlang dol naar Nonnie. Kus ze beiden voor mij.
O, ik zal gehavend worden over die minnebrieven! Weet je wat jammer is? Zij gaan mij naschrijven, dat is vervelend, precies als Dirks op Menado die mij napraatte. Men erkent dat ik een omkeering maak in litteratuur.
Ja, omkeeren is mijn métier!
dingsdag.
Hoogst waarschijnlijk van deze week geld! Op die tijding heeft deze brief gewacht. Zeg nu eens dat ik geen knappe jongen ben.
Ik zal krijgen denk ik f 800 of f 1000, of misschien nog wat meer. Maar ik heb veel te betalen in 't P.K.
Hoe het zij wij kunnen schoon schip maken, en de kinderen een pleiziertje doen.
Dag engel!