[17 september 1860
Brief van Multatuli aan Tine]
* 17 september 1860
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven IV, blz. 146; Brieven WB IV, blz. 115). De bedoelde engelse vertaling is niet verschenen.
Maandag morgen 17 Sept. 1860.
Lieve Hart! Ik heb uw lief briefje van Zaturdag, uwe opgave is perfect, zend mij fr. 100. Neen teeken 't niet aan, maar zorg dat het niet zichtbaar is van buiten. Ik zeg dit omdat ik zooveel hoor van verloren brieven.
Ik heb veel drokte, maar ben opgeruimd. Begrijp eens dat men al bezig is den Max in 't engelsch te vertalen. Hierbij een proef. Men is bij mij gekomen met eenige vertaalde hoofdstukken om mij te vragen of ik het goed vond. Ik heb geantwoord: ik kan er niets tegen doen al wilde ik, doch ik zal den koning waarschuwen, want in Engeland zullen meetings komen, en ik voorzie dat als ze nu niet hooren, dat de tijd van schrijven en vertellinkjes spoedig voorbij zal wezen.
Zeg den heer van Vloten dat die vertaling geheel buiten mij om geschiedt. Men is bij mij gekomen (hoogst beleefd) quasi om mijne toestemming te vragen. Ik zeide: als ik 't nu weiger? Dan doen we 't toch. Ons bezoek is alleen een bewijs van courtesy and respect for the author of this wonderful work, and for Havelaars character.
Maar ze vroegen noten en aanteekeningen van mij. Die heb ik geweigerd tot nadat ik den koning zal gewaarschuwd hebben. Met dien brief aan den koning ben ik bezig.
Hoogstwaarschijnlijk zal ik nu door die pressie van buiten een paar nummers van mijn program moeten overslaan. Ik bedoel de 2de Kamer.
De steen is aan 't rollen. Ik zelf zal hem weldra niet kunnen tegenhouden, en als het wezen moet ga ik door tot de uiterste konsequentie.
‘In generous England you'll find open hearts for your person and your sake!’ Zoo zeiden zij.
De hoofdstukken die ik gezien heb waren perfect vertaald, mooi! Bijgaand vers ook. 't Is lief, inderdaad.
Dag hartekind en menschdom, beste jongens.
In Frascati staat men op om mij te zien. 't Is komiek, dag hartje.