[19 augustus 1860
Brief van Multatuli aan Tine]
* 19 augustus 1860
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven IV, blz. 110; Brieven WB IV, blz. 93)
Lieve Hart! Gisteren heb ik u getelegrafeerd dat ik u een kleinigheid (f 25) zond, maar dingsdag meer. Ja, dingsdag heeft men mij f 1000 toegezegd. Hoe vind je dat? (Veenstra.) Ik heb op mijn poot gespeeld dat ze er van schrikten. Ik zal 't hem teruggeven in werk binnen zes weken. Dat is nu wel niet pleizierig maar alles zaamgenomen is 't niet zoo leelijk als 't schijnt.
1o. Ik kom nu onafhankelijk in den Haag.
2o. Ik zie minder tegen het werk op omdat inderdaad de opgang van Max onbegrijpelijk is. Het neemt nog toe, en 't is een pure rage. Om u pret te doen zend ik u den Spectator. Dat is pikant! Ik houd er voor dat dit nog meer populariteit aan 't boek geeft dan de aankondiging van Veth, hoe schoon ook. Morgen zend ik u de 2de Gids. Lieve, ik had geen geld om 't eer te doen. Nu wel, je hebt geen begrip van m'n populariteit. In den Haag vooral. Op de koninklijke bibliotheek waar ik een boek zocht, was men meer dan beleefd, zonder eene introduktie, alleen op mijn naam. Ik heb moed, ja, ik zou durven zeggen zekerheid dat alles gauw goed wordt.
Overleggen van wonen, zamenzijn enz., stel ik uit tot we elkaer