Ik zelf wil in den Haag zijn, ikzelf wensch u en de kinderen bij mij te hebben (en nog niet eens altijd) hoe komt het echter op in de hersens van die menschen om mij als het ware een verblijf aantewijzen? De zaak komt weer als altijd daarop neer dat men geen hulp verleent dan ten koste van onafhankelijkheid. Ik hoorde H. zelfs spreken over het plan om een gemeubleerd bovenhuis te huren.
Hoe indelikaat! Juist omdat het zoo lief klinkt. Men huurt eene woning en ik heb er maar intetrekken: men zal mij misschien nog bovendien een kredietbriefje geven op een restaurateur... En misschien turflootjes!
Dat men mij niet helpt begrijp ik, maar dat zij die beweeren sympathie te voelen, en erkennen die sympathie anders te moeten uiten dan in woorden, daaraan zulke vernederende voorwaarden schijnen te willen verbinden, vind ik schande.
Ik zeg schijnen, want zie, ik weet nog niets bepaalds. Ik weet alleen dat er wat broeit, en wacht de bepaalde zaak af om definitief daarover te oordeelen. Dat oordeel zal helaas voor een groot gedeelte afhankelijk wezen van uwe en mijne oogenblikkelijke positie. Gij, de kinderen, en ik ook, moeten wonen, eten, enz, maar nog eens: is het niet indelikaat de te verleenen hulp zoo te verbinden aan baasspelerij?
Stel u nu eens voor dat het u onaangenaam was op ééne plaats te wonen met Henriette? Of dat ik liever alleen woonde om te werken, of dat het klimaat van den Haag ons voor de kinderen niet beviel? Kortom, waarom zoo'n gecompliceerd plan in plaats van eenvoudige geldelijke hulp?
Nog iets. Ik zou (en dat zal ik ook doen) in den Haag het ministerie aantasten. Stel nu dat er onder de deelhebbers van de hulp menschen zijn die over eenige zaak anders denken dan ik, of die er in betrokken zijn op eene wijze die hun belang in strijd doet zijn met mijne denkbeelden, hoe mal is dan die verhouding. Denk maar eens aan Bekking, vrije arbeid, tabakskontraktanten, enz. Dat de menschen dit niet inzien is verschrikkelijk.
‘O, zeide Halberstadt, gij blijft geheel onafhankelijk!’ Ja, het spreekt vanzelf dat ze geen conditie zullen maken van afhankelijkheid, ze zullen niet bepalen: als prijs voor de hulp die wij u bieden, moet je doen, zeggen, laten wat wij willen! Neen, zoo