Zondag avond.
Lieve hart. De schawl en de japon heb ik. Dàt is dus binnen. Maar voor de rest ben ik gesprongen, en omdat ik nog eens probeeren wil heb ik u getelegrafeerd mij 1000 franc te zenden. Mijne bedoeling is niet die geheel te wagen, maar als ik minder gezegd had, zou je eerst hebben moeten wisselen en om u die course te sparen vraag ik maar de volle duizend. Ik zal terstond hier wisselen en u dadelijk 700 of 800 franc terug zenden. Spring ik dan weer dan kom ik thuis. Dag hartje, ik heb goeden moed, dag kind. Wees maar niet bang. Ik logeer in den Sultan. Men vraagde zeer naar u en de kinderen.