[9 december 1859
Brief van Dekker aan Tine]
* 9 december 1859
Brief van Dekker aan Tine. (Brieven IV, blz. 35; niet in Brieven WB IV). Het goedkoop verzenden van een pakje met turf-en-brief was een gebruikelijke ontduiking van het monopolie der posterijen voor brieven.
Vrijdag avond.
Lieve beste! Van den morgen ontving ik uw briefje met den turf, maar ik begrijp niet dat er geen geld bij was. Want je schrijft: ‘Ik zal zien of ik dezen met de diligence kan zenden, als Jan het geld wil geven. Het ìs per diligence, en geen geld! wat moet ik nu daarvan denken? Je begrijpt dat ik ongerust ben. Wat zijn dat voor zonderlinge dingen, Eef, begrijp je niet dat ik daarover nu weer in angst zit?
Ook Jan begrijp ik niet. Waarom heeft hij dan gezegd: ‘neen, die menschen mogen niet de eer hebben u te helpen, vraag mij wat ge noodig hebt, en ik zal het u dadelijk geven.’
Wat moet ik nu doen?
Om godswil plaag me toch niet, Eef! maak mijn positie niet moeijelijker door zulke dingen. Daar zit ik nu weer god weet hoe lang met het mes in de buik! En ik heb zooveel kalmte noodig, godbetert! Je begrijpt dat ik nu geen lust heb je over wat