[23 november 1859
Brief van Rochussen aan Van Lennep]
23 november 1859
Brief van minister Rochussen aan Van Lennep. Dubbel velletje postpapier, waarvan alleen de eerste blz. beschreven. (U.B. Amsterdam). v.d. H.: Willem van der Hucht, Dekkers vriend uit 1845.
s' Gravenhage 23 November 1859
Waarde van Lennep! Ik heb den heer van der Hucht te Haarlem, die van de familie is van Douwes Dekker of liever van diens vrouw met de zaak bekend gemaakt, en hem geraadpleegd. Ik heb gemeend dit te mogen doen daar het mijn ernstige wensch is D.D. te helpen zoo 't doenbaar is.
De Heer v.d. H. zal U overmorgen ochtend ten Uwen komen opzoeken om over hem te spreken. Ik ben zoo vrij hem te dien einde bij U aantemelden.
Ik heb heden een harden strijd gehad in de Tweede Kamer over Koloniale Zaken - die strijd kan langdurig en hevig zijn.
van harte t.t. Rochussen