Volledige werken. Deel 9. Brieven en dokumenten uit de jaren 1846-1857

[11 november 1856
Beslissing van de G.-G. inzake een rekest van borgen]

11 november 1856

Beslissing van de Gouverneur-Generaal inzake een rekest van C.G. Coorengel en R. Zellner, betreffende Dekker. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)

Gelezen

a. het rekest, gedagteekend Batavia, 22 oktober 1856, van C.G. Coorengel en R. Zellner, ambtenaren op nonactiviteit, onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd, houdende verzoek:

om de som van f 1625: - uitmakende het onaangezuiverd ge-

[p. 667]

deelte van het, door den gewezen ambtenaar E. Douwes Dekker, voor wien zij zich als borgen hebben gesteld, in Nederland genoten buitengewoon voorschot, groot f 2000: -, te mogen aanzuiveren bij hunne wederplaatsing, de eerste volgens de bestaande bepalingen, de tweede bij paijementen van f30 's maands.

b. de missive van den Direkteur van financiën, van 31 oktober 1856. no. 8415;

Is goedgevonden en Verstaan.

Aan de adressanten te kennen te geven, dat hun bovenomschreven verzoek niet vatbaar is voor inwilliging, maar dat hun een uitstel van drie maanden wordt verleend voor de betaling der schuld, waarvoor zij zich als hoofdelijke borgen hebben gesteld. Afschrift dezes zal worden gezonden aan den Raad van Nederl: Indië tot informatie, en Extrakt verleend aan den Direkteur van financiën & de adressanten, tot informatie en narigt.-