[28 oktober 1856
Brief van Dekker aan Tine]
Waarschijnlijk 28 oktober 1856
Brief van Dekker aan Tine. Dubbel velletje post met rode geschulpte rand, en links boven een ingeperst monogram E v W met kroontje; tot bovenaan de derde bladzijde beschreven. (M.M.)
Op de eerste bladzijde is in potlood eerst: November 56, genoteerd; dit is doorgestreept; daarna heeft Mimi in inkt erboven geschreven: Buitenzorg 28 Okt. 56. Gezien de hierop volgende brief is die datum wel waarschijnlijk.
De wissel betrof een vordering van Tine's tantes te Wageningen, van wie Dekker tijdens het verlof geld had geleend. De tantes hadden nu andere familieleden erin gemoeid.
Lieve beste eef! Ik behoef U niet te zeggen dat ik heel verdrietig ben. Het is verschrikkelijk. Kassian met ons!
Ik heb geen lust om te schrijven, want het zou niets dan bitterheid zijn. Het is mogelijk dat ik morgen eene gelegenheid vind om naar Tjanjor te gaan en daarom moet ik u nu van avond nog eene décisie zeggen want anders stelde ik het uit. Ik begrijp ook dat ze opgestookt zijn, maar door wie?
Het best is de wissel maar te zenden. Schrijf er bij (koel maar eenvoudig) dat zij spoedig meer zullen ontvangen, en antwoord maar niet op hun laatsten brief. Ik bedoel dat gij maar niet uw hart lucht geeft over hun dreigement enz. God geve dat ik voor Decr. nader raad schaffen kan