die ambtenaren, welke gemelde belastingen eigenlijk schuldig zijn.
Ten aanzien van de overige hiervoren omschreven belastingen waarover aan dien landvoogd geschreven is, is geene nadere aanvraag tot invordering hier te lande tot nu ontvangen.
De behartiging van 's lands belang, wat aangaat de terugvordering der sommen van |
f1758.92 |
|
f522.30 |
|
f1025. - |
|
f6000. - |
uit den boedel van wijlen J.J. van Bulderen is opgedragen aan den rijks advokaat Mr H. Vos te Assen.
Het is te verwachten dat de zaken van dezen overledene eerlang zullen worden gelikwideerd.
Omtrent de belastingen van den heer F. van Olden neemt bureau A de vrijheid te verwijzen naar de Nota, die op zijne daarover handelende adressen opgemaakt en nevens deze gevoegd is.
Indien Z.E. zulks goedkeurde, zou eene herinnering aan de Heeren Douwes Dekker, Jeekel, van der Wijck, Engelhard en aan mevrouwe de weduwe Doornik kunnen worden opgemaakt.
27 Septbr 1854
(ambtelijke paraaf)
Spoed. Indien de Heer Douwes Dekker nog in Nederland is (hetgeen ik betwijfel) dan behoort de belasting, waarvan hier sprake is, zoo wel van hem als van de overige hierneven bedoelde personen te worden ingehouden van hun verloftrakt. of pensioen.
Een herinnering na dat zij in gebreke zijn gebleven acht ik minder noodig. - De N.H.M. dient te worden aangeschreven om de sommen van de eerste uitbetalingen te korten; en de belanghebbenden daarvan kennis te worden gegeven. - Met de boedel van den Heer v.d. Wijck dient natuurlijk een andere weg te worden gevolgd. - Een herinnering aan den Hr. A.J.B. v.d. Wijck is dus noodzakelijk.
(paraaf van de minister)
CPF
30 Sept.