Verbeteringen
blz. 68. De anekdotes betreffende Dekkers vriend Mispelblom Beijer behoren niet bij de periode 1839-1842, maar bij 1844-'45. (Vgl. blz. 416) |
blz. 159. Het cijfer op de tweede regel moet niet 1646.67 zijn, maar 1646.47. |
blz. 216. Verzoeke toe te voegen:
6 juni 1843. Dekkers vriend Abraham des Amorie van der Hoeven promoveert te Leiden in de Letteren en daarna in de Godgeleerdheid. Het eerste proefschrift bevat in z'n opdracht aan Dionysius Burger de navolgende toespeling op Eduard Douwes Dekker:
‘Amicos enim tam caros quam te cum habeam vix ullos, quocum vetustior mihi est amicitia, non nisi unum habeo, que et a nostris studiis alienus est et, quod magis doleo, longe terrarum hinc abest.’
Terwijl ik nauwelijks enkele vrienden heb zo dierbaar als u, heb ik er maar éen wiens vriendschap ouder is, en die is vreemd aan onze studiën en, wat ik meer betreur, zeer ver hier vandaan. |
blz. 266. De datum 3 augustus 1843 moet wezen: 4 augustus 1843. |
blz. 553, regel 28: riascible, lees: irascible. |
|
|