| |
| |
| |
Biografische aantekeningen
| |
| |
Biografische aantekeningen
d'Aulnis, Judith Geertruid -: overgrootmoeder van Tine; dochter van Justus Ludovicus Daulnis (1707-1776) en Henriëtta Gesina van Renesse (overleden 1753), gedoopt te Doesburg 12 februari 1745. (Doopboek van de Ned. Herv. gemeente te Doesburg. Rijksarchief in Gelderland, Arnhem). Huwde te Drempt op 23 augustus 1767 met Lambert Floris van Wijnbergen (1747-vóor 1792) en overleed te Baarn op 21 juni 1832. (Register van overlijden, Baarn. Rijksarchief in Utrecht). |
d'Aulnis, Justus Ludovicus -: militair, geboren te St. Maartensdijk 8 maart 1707; huwde te Doesburg op 3 januari 1745 met Henriëtta Gesina van Renesse, dochter van Jan van Renesse van Wilp en Judith van Wijnbergen. Verloor zijn echtgenote op 16 juli 1753; werd kolonel in 1766, overleed te Doesburg en werd aldaar begraven op 30 september 1776. (M.G. Wildeman: Kantteekeningen op de genealogie d'Aulnis. De Wapenheraut 21ste jrg. blz. 515-522. 's-Gravenhage 1917). |
Beyerman, Gerrit -: vriend van Dekker, kapitein der infanterie te Padang, 1810-1844. Zie deel I, blz. 552. |
Bleeker, Pieter -: Nederlands geneeskundige, geboren te Zaandam 10 juli 1819, jeugdvriend van Dekker, deed in 1840 examen voor ‘stedelijk heelmeester en plattelandsgeneeskundige’, ging in 1842 naar Ned.-Indië, stond 1851-1860 aan het hoofd van de geneeskundige school te Batavia, schreef talrijke studies voornamelijk over de vissen in de Indische archipel, werd eredoctor van de Utrechtse universiteit. Hij overleed te 's-Gravenhage op 24 januari 1878. Van hernieuwd contact tussen Bleeker en Dekker in hun beider Indische periode is niets bekend. |
Cartenstat, Hubertus Jacobus -: onderpastoor te Batavia, in 1842 vice-praefectus apostolicus en kamerheer van Zijne Heiligheid de Paus; later apostolisch prefect en pastoor. |
| |
| |
Coorengel, Claas Gerrit -: geboren te Amsterdam 10 maart 1798; bekleedde verschillende functies bij de Algemene Rekenkamer te Batavia: hoofdcommies, secretaris (1840), lid (1843) en tenslotte president. Hij was met verlof in Nederland van begin 1854 tot midden 1856, en overleed te Batavia, 14 oktober 1868. |
Couperus, Petrus Theodorus -: in 1845 evenals Crone eerste kommies bij de Directie der Kultures, wonende te Buitenzorg. |
Crone, Bernardus Bonifacius -: geboren te Groningen, jaar en datum niet bekend; kwam in 1833 als particulier naar Indië, werd in 1839 tweede kommies, in 1841 eerste kommies bij de directie der kultures, en werd in 1847 op verzoek eervol ontslagen. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Dekker, Catharina (Douwes) -: zuster van Eduard Douwes Dekker; geboren te Hollum op Ameland 30 september 1809; huwde 20 juli 1832 met de scheepsgezagvoerder Cornelis (Swart) Abrahamsz, (2 mei 1802-12 april 1879) woonde te Amsterdam en overleed aldaar 10 december 1849, nalatende vier kinderen: Catharina (1835-1876); Anna (1837-1908); Sietske (1842-1912), en Theodoor (1848-1911). |
Dekker, Eduard (Douwes) -: Nederlands letterkundige onder de schrijversnaam Multatuli. Geboren te Amsterdam, 2 maart 1820, als zoon van Engel Douwes Dekker (1787?-1850) en Sytske Eeltjes Klein (1786?-1846). Ging najaar 1838 naar Java, was werkzaam bij de Alg. Rekenkamer te Batavia, daarna als controleur te Natal (Sumatra's westkust), huwde 10 april 1846 met Everdina Huberta Baronesse van Wijnbergen, (1819-1874) was kommies te Poerworedjo, secretaris van de residentie Menado, assistent-resident van Amboina, en nam in 1856 ontslag als assistent-resident van Lebak. Publiceerde in mei 1860 ‘Max Havelaar’, en tussen 1862 en 1877 zeven bundels ‘Ideën’. Op 1 april 1875 hertrouwde hij te Rotterdam met Maria Frederika Cornelia Hamminck Schepel (1839-1930), woonde o.a. te Wiesbaden en te Nieder-Ingelheim en overleed aldaar op 19 februari 1887. Twee kinderen uit het eerste huwelijk: Pieter Jan Constant Eduard (Amsterdam 1 januari 1854 - Nice 4 maart 1930) en Elisabeth Agnes Everdina (Soerabaja 1 juni 1857 - Capri 11 juni 1933). |
| |
| |
Dekker, Engel Douwes -: vader van Eduard Douwes Dekker. Geboren te Oost-Zaandam, waarschijnlijk in 1787; doorliep de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam (1800-1807); huwde op 13 november 1808 met Sytske Eeltjes Klein (1786?-1846) woonde na zijn huwelijk eerst op Ameland, na 1817 te Amsterdam als kapitein ter koopvaardij, en overleed te Amsterdam op 25 juli 1850. |
Dekker, Jan (Douwes) -: broer van Eduard Douwes Dekker. Geboren te Hollum (Ameland) 28 juni 1816, werd stuurman ter koopvaardij, huwde te Utrecht op 4 augustus 1843 met Wilhelmina Fredrica Antonia van Leeuwen (1819-1846); ondernam een tabaksplantage op Java, hertrouwde 17 september 1849 te Ambarawa met Louise Marie Elise Adolphine Bousquet (1826-1910), woonde tijdelijk te Delft, Brummen en 's-Gravenhage, en overleed 11 september 1864 te Grissee (Java), nalatende vier zoons en drie dochters, allen uit het tweede huwelijk. |
Dekker, Pieter (Douwes) -: oudste broer van Eduard Douwes Dekker. Geboren 12 december 1812 te Hollum (Ameland); doorliep de Latijnse School te Amsterdam, werd Doopsgezind predikant, stond achtereenvolgens te Woudsend (1839), Beemster (1840) en Den Helder (1844); huwde 22 mei 1841 te Amsterdam met Maria Abrahamsz (1809-1871), en overleed 5 juli 1861 te Den Helder, nalatende vier zoons: Engel (1842-1906), Kornelis (1843-1919); Eduard (1845-1868), en François Adrianus Gerardus (1848-1919). |
Dekker, Willem (Douwes) -: jongere broer van Eduard Douwes Dekker; geboren 28 augustus 1823 te Amsterdam, ging naar zee, en verdronk 21 februari 1840 nabij Ierland. |
Dickelman, Jean Henri -: Ned.-Indisch ambtenaar, geboortejaar en -plaats niet bekend. Was in 1820 assistent-resident te Buitenzorg, later te Probolingo, daarna te Malang en sinds 1845 te Krawang; werd in 1847 eervol uit 's lands dienst ontslagen en overleed op 28 april 1850 te Pasoeroean. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Diepenhorst, Huig -: geboren te Giessen-Nieuwkerk, jaar en datum niet bekend; werd kommies-ontvanger aan Sumatra's Westkust, in 1839 ambtenaar, in 1843 controleur 2de klasse, in
|
| |
| |
1853 assistent-resident, en overleed te Padang op 10 november 1860. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Doijer, Abraham -: Doopsgezind predikant, achtereenvolgens te Joure, Nijmegen en sinds 1828 te Amsterdam. Overleden aldaar 17 april 1851, oud 56 jaar. |
Eerens, Dominiques Jacques (de) -: geboren 17 maart 1781 te Alkmaar, werd soldaat in het leger van de Bataafse Republiek, in 1809 luitenant-kolonel, commandant van de lijfwacht van koning Lodewijk Napoleon; ging daarna in Franse dienst, streed in Spanje en in Rusland, dekte Napoleons achterhoede bij diens terugtocht, was korte tijd Russisch krijgsgevangene, ging in Nederlandse dienst, vocht bij Waterloo als generaal-majoor tegen Napoleon, werd in 1826 luitenant-generaal, was 1829-1834 directeur-generaal van oorlog, en van februari 1835 tot zijn dood op 30 mei 1840 Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië. |
Fischer, Charles Louis -: grootvader van Tine; stamde uit een Zwitsers geslacht dat in de 17de eeuw de Berner post organiseerde, en in de 18de eeuw rijke landgoederen bezat. In de overlijdensakte van 27 januari 1823, opgemaakt te Zundert daags na zijn dood, wordt hij aangeduid als: ‘Zonder beroep oud een en Zestig jaren geboren te Bern in Zwitserland, wonende te Zundert, Egtgenoot van Mevrouw Maria Geertruide Savelkoels Zonder beroep mede te Zundert woonagtig en Zoon van Téophile Fischer en Susanne Catherina Margerithe Fischer beiden overleden.’ (Rijksarchief in Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch). In het Grootboek van de militaire pensioenen wordt hij in november 1819 vermeld als gepensioneerd hospitaalmeester met f850, - ingaande augustus 1819. Als geboortedatum staat aldaar: 8 april 1761. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Fischer, Maria Arnolda -: moeder van Tine; geboren te Oisterwijk 11 december 1798, als dochter van Charles Louis Fischer (1761-1823) en Maria Geertruida Savelkoels (1759-na 1823); huwde te Breda op 3 mei 1819 met Carel Frederik Jan Pieter van Wijnbergen (1796-1829), woonde te Antwerpen, en overleed te Breda, 20 december 1823, blijkens de navolgende akte.
|
| |
| |
Overlijdensakte van Tine's moeder. (Rijksarchief in Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch)
In het Jaar een duizend acht honderd Drie-en-twintig, den Twintigste December ten elf uren des morgens, compareerde voor ons Burgemeester, beambte van den Civielen Staat der Gemeente Breda, Provincie Noord-Braband, de Heer Hans Coenraad Otto Gepensioneerd Kapitein, oud Vyfënvyftig Jaren welke aan ons heeft verklaard te zijn Bekende van de overledene en Pieter Joseph Hendrik de Vos, meester Goudsmid, oud Vierëndertig Jaren - die gezegd heeft te zijn Gebuur van de overledene, beide wonende alhier, den eersten in de Reigerstraat en den tweeden in de Lange Brugstraat. -
welke ons verklaard hebben, dat op den Twintigste December dezes jaars. - om ruim twaalf uren des nachts is overleden, Vrouwe Maria Arnolda Fischer, zonder beroep, oud Vierëntwintig Jaren, Echtgenoot van den Heer Carel Fredrik Jan Pieter van Wynbergen, Tweede luitenant by de vyftiende afdeeling Nationale Infanterie, oud achtëntwintig Jaren, in Garnizoen te Antwerpen. - geboortig van Oisterwijk - te Antwerpen wonende, in Wijk B No. 232 in de Lange brugstraat overleden. - Dochter van wijlen Carel Lodewijk Fischer. - en van Mevrouw Maria Geertruida Savelkool, buiten beroep, oud zes en vyftig Jaren wonende te Breda. |
Godon, Alexander Philiphus -: Geboren te Utrecht, jaar en datum niet bekend; werd eerste klerk bij het Marine-departement te Batavia, ging in 1841 naar Sumatra's westkust, werd in 1843 civiel gezaghebber te Bondjol (afdeling Agam, residentie Padangse Bovenlanden), in 1848 assistent-resident van Mandheling en Angkola, vertrok in 1856 met een tweejarig verlof naar Nederland en vroeg eind 1858 ontslag uit 's lands dienst. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Gout, H.J.J. -: voornamen en geboortedatum en -plaats niet bekend; werd in 1840 surnumerair voor de dienst op Sumatra's Westkust; kwam in 1841 ter beschikking van de Resident der Padangse bovenlanden; werd in 1846 kontroleur 3de klasse, in 1853 kontroleur 2de klasse, in 1856 kontroleur 1ste klasse, belast met het civiel gezag te Natal. Overleed op 8 april 1860 te Payacombo. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
| |
| |
Hebert, Stephanus Marinus -: geboren te Nijmegen 4 april 1818, begon zijn militaire loopbaan in Nederland in 1834, werd in 1835 korporaal titulair, in 1836 sergeant titulair, in 1839 tweede luitenant, vertrok in 1840 naar Ned.-Indië, werd eerste luitenant in 1842, en kapitein bij het corps Sappeurs in 1850; verdronk in de rivier bij Karliassa (West-Borneo) op 9 april 1854. (Stamboek Officieren; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Heeckeren tot Walien, Johan Constant Wilhelm Baron van -: geboren te Zutphen, 9 juni 1819, kwam in september 1845 in Ned.-Indië, werd in 1848 tweede kommies bij de Alg. Rekenkamer, in 1849 kommies op het residentie-kantoor te Rembang, in 1851 kommies, vendu-meester en griffier te Buitenzorg; kreeg in 1854 éen jaar Europees verlof, dat met een half jaar werd verlengd; werd door de Alg. Rekenkamer belast met een bedrag van f4309.60; keerde in 1856 naar Indië terug, werd in februari 1857 secretaris van de residentie Banjoemaas, in september 1857 assistent-resident van Tebing-Tingie (Palembang), werd in juli 1858 wegens ziekte eervol uit die functie ontheven, vertrok met verlof naar Nederland en vroeg in 1861 ontslag uit 's lands dienst nadat hij in Den Haag een ‘Indisch Agentschap’ had opgericht. Hij overleed 31 augustus 1868. (Dienststaat; Alg Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Hesselink, Wilhelmus Hermanus -: geboren te Zutphen, 19 april 1805; ging in 1835 als soldaat naar Ned.-Indië; werd, als sergeant-majoor pro memorie, klerk op het residentie-kantoor te Aijer Bangies; overleed te Natal, in het huis van Eduard Douwes Dekker, op 17 Juni 1843. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Heijst, Frans Marinus van -: achterneef van Tine; zijn grootmoeder, Adriana Kleynhoff (1767-1842), gehuwd met Mr. Willem Carel Graevestein, was een tweelingzuster van Everdina Kleynhoff (1767-1851), gehuwd met Willem Lodewijk van Wijnbergen. - Geboren te Culemborg op 7 januari 1824 als zoon van Hendrik Paulus van Heyst (18 mei 1788-9 september 1831) en Adriana Graevestein (3 april 1797-17 januari 1855). Was in de jaren veertig op de Zuid-Oostkust van Borneo, en in de zomer van 1845 tijdelijk te Batavia. |
| |
| |
Hoëvell, Wolter Robert Baron van -: geboren te Deventer, 15 juli 1812, studeerde theologie te Groningen, ging in 1836 als predikant naar Ned.-Indië, werd daar president van het Bataviaas Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, was éen der oprichters van het ‘Tijdschrift voor Neêrlands Indië’ (1838) waarin hij o.a. schreef onder de schuilnaam Jeronimus (De Japansche Steenhouwer, jrg. IV, deel I, blz. 400; Graven, jrg. IV, deel II, blz. 181), kreeg na de politieke betogingen van mei 1848 moeilijkheden met de Ned.-Indische regering en zag zich gedwongen ontslag te vragen en te repatriëren. In 1849 werd hij lid van de Tweede Kamer, in 1862 lid van de Raad van State. Hij overleed te 's-Gravenhage op 10 februari 1879. |
Hoeven, Abraham des Amorie van der -: gymnasiumvriend van Eduard Douwes Dekker; geboren 15 februari 1821 te Rotterdam, studeerde theologie, promoveerde op 6 juni 1843 te Leiden in de klassieke letteren en in de godgeleerdheid, werd op 15 juli 1845 Remonstrants predikant te Utrecht, en overleed aldaar op 20 maart 1848. Zie over hem de herinneringsrede van Dr. H.L. Oort Hzn. (Utrecht, A.J. van Huffel, 1859). |
Holle, Pieter -: geboren te Oostkapelle 4 oktober 1804; huwde 27 maart 1829 met Alexandrina Albertina van der Hucht en werd door dit huwelijk familie van Tine. Holle was raffinanadeur te Amsterdam, later te Koblenz; ging met zijn grote gezin in 1843 naar Java, werd administrateur op het landgoed Bolang, maar overleed al in augustus van het volgende jaar, kort voor de familie van zijn vrouw uit Nederland aankwam. |
Hoogeveen, Hendrik Jeronimus Christiaan -: geboren te Batavia, 24 maart 1823, zoon van Mr. Hendrik Johannes Hoogeveen (1795-1849) en Maria Johanna van Zeyl (1800-1854); vriend van Eduard Douwes Dekker; was in 1845 tweede commies bij de Directie der Producten en Civiele Magazijnen; van 2 mei 1855 tot 28 juni 1856 adjunct-secretaris van het gouvernement; werd 10 mei 1866 resident van Batavia. Overleden in 1881. |
Hoogeveen, Hendrik Johannes -: geboren te Utrecht, 28 augustus 1795, vertrok in 1816 als jurist naar Ned-Indië, werd o.a. griffier bij het Hoog Gerechtshof, in 1831 lid van het Hoog Militair Gerechtshof, in 1835 Algemeen Secretaris; was 1837-'38 in Nederland; werd in 1839 vice-president van het Hoog
|
| |
| |
Gerechtshof in Ned.-Indië, in 1844 lid van de Raad van Indië; overleed op 13 maart 1849. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Hucht, Albertine Caroline van der -: dochter van Tine's familielid Willem van der Hucht; geboren te Loenen 21 juli 1840, overleden te Parakan Salak 9 juli 1844. |
Hucht, Albertus van der -: militair; zoon van Nicolaas van der Hucht (15 maart 1714-21 oktober 1767) beurtschipper op Middelburg, en Wilhelmina Elisabeth Dona (1730-1790); geboren te Zierikzee 15 mei 1762; huwde te Geldermalsen op 15 juli 1789 met Carolina Frederika van Wijnbergen, (1771-1842), een zuster van Tine's grootvader; sneuvelde in 1812 in Rusland. |
Hucht, Alexandrina Albertina van der -: familielid van Tine; gedoopt te 's-Gravenhage 26 juli 1802; huwde 27 maart 1829 met Pieter Holle (1804-1844), ging met hem in 1843 naar Java waar hij administrateur werd op het landgoed Bolang, bij Tjiandjoer. Zij overleed te Batavia in 1878. |
Hucht, Anna Jacoba van der -: gedoopt te Zierikzee, 20 mei 1795; dochter van Albertus van der Hucht (1762-1812) en Carolina Frederika van Wijnbergen (1771-1842); huwde met Johannes Kerkhoven (Amsterdam, 15 oktober 1783-Hunderen bij Twello, 2 juni 1859); overleed te Hunderen bij Twello, 18 juli 1856. |
Hucht, Carolina Frederika van der -: dochter van Tine's familielid Willem van der Hucht; geboren te Amsterdam 10 september 1841, overleden te Parakan Salak 3 februari 1845. |
Hucht, Clara Henriette van der -: familielid van Tine; geboren 7 februari 1800; huwde met Theodorus Johannes Kerkhoven (1789-1857); overleed te Amsterdam 16 oktober 1888. |
Hucht, Guillaume Louis Jacques van der -: genoemd Willem, familielid van Tine; geboren 1812; huwde met Sara Johanna Pen (1811-1844), en in 1848 in tweede huwelijk met Mary Pryce (1830-1894); exploiteerde op Parakan Salak een half theeland. In 1844-'45 verloor hij zijn vrouw en twee dochtertjes. In het voorjaar van 1845 raakte hij bevriend met Dekker. Na zijn repatriëring was hij lid van de Tweede Kamer; hij overleed 5 maart 1874 op huize ‘Duin en Berg’ bij Santpoort. |
| |
| |
Hucht, Jan Pieter van der -: familielid van Tine; geboren te Zierikzee, 5 oktober 1797; huwde in oktober 1823 met Johanna Constantia Wilhelmina Lulofs (1796-1856); ging met zijn grote gezin in april 1845 naar Java, waar hij een half theeland bij Parakan Salak zou exploiteren. Hij overleed aldaar op 30 januari 1846. |
Hucht, Johanna Gerardina van der -: familielid van Tine; geboren 1804, huwde met de arts Cornelis Pen, woonde te Loenen, ging met een groep in 1845 naar Java. Haar echtgenoot overleed 18 mei 1854 te Buitenzorg. Zij keerde naar Nederland terug en overleed 3 november 1886 te Arnhem. (Advertentie; Centraal Bureau voor Genealogie, 's-Gravenhage). |
Hucht, Willem van der -: gebruikelijke naam van Guillaume Louis Jacques van der Hucht. Zie aldaar. |
Keuchenius: in de ‘Almanak en Naamregister voor het jaar 1845’ worden als inwoners van Batavia genoemd: Mr. Levinus Wilhelmus Christiaan -, en Adriaan Anton Maximiliaan Nicolaas -; in 1844 vindt men alleen de eerstgenoemde, in 1842 geen van beiden vermeld. |
Klein, Sytske Eeltjes -: moeder van Eduard Douwes Dekker. Geboren te Hollum (Ameland) tussen 1782 en 1786, woonde een tijdlang te Zaandam, huwde op 13 november 1808 op Ameland met Engel Douwes Dekker (1787?-1850), woonde na 1817 te Amsterdam en overleed aldaar op 5 mei 1846. |
Kleijnhoff, Adriana -: tweelingzuster van Tine's grootmoeder, gedoopt te Culemborg 19 juli 1767, huwde met Mr. Willem Carel Graevestein, stadssecretaris van Culemborg, en overleed op huize Ontedink bij Gorssel, 27 juli 1842. |
Kleijnhoff, Christiaan -: overgrootvader van Tine; plaats en datum van geboorte onbekend; was enkele jaren in West-Indië, ging in oktober 1742 als chirurgijn in dienst van de V.O.C. naar Batavia, had daar verschillende medische functies en werd in 1754 ‘stadsdokter titulair’. Trouwde (als weduwnaar van Margaretha Elisabeth Schwanefelder) te Batavia op 13 maart 1756 met Hubarta Verspyck (1730-1792). Werd in 1756 Binnenregent van het Binnengasthuis, was in 1761 lijfarts van de G.-G. Jacob Mossel. In 1762 repatrieerde hij gefortuneerd met vrouw en vier kinderen, vestigde zich in
|
| |
| |
Culemborg, waar hij in 1764 Schepen, in 1767 Burgemeester werd. Hij was heer van Enspyck, waar hij in januari 1777 ook begraven werd. (Gegevens uit het archief Kleijnhoff in het bezit van Mr. W.C.J. Alpherts, Amsterdam). |
Kleijnhoff, Everdina -: grootmoeder van Tine; geboren te Culemborg, aldaar gedoopt 19 juli 1767, dochter van Christiaan Kleijnhoff (overleden 1777) en Hubarta Verspyck (1730-1792); huwde te Culemborg 13 maart 1791 met Willem Lodewijk van Wijnbergen (1768-1815), werd na de dood van haar zoon Carel Fredrik Jan Pieter van Wijnbergen (1796-1829) de verzorger van zijn drie dochtertjes, voor wie zij vruchteloos om pensioen vroeg (zie bijlage). Zij woonde tenslotte met haar twee ongehuwde dochters te Wageningen, en overleed aldaar 3 april 1851. |
Bijlage
Brief van: Het Hoofdbestuur van het Fonds ter Aanmoediging en Ondersteuning van den Gewapenden-Dienst in de Nederlanden, aan Mevrouw E. Kleinhoff, Douairière van den Heere W: L: van Wynbergen, te Breda. (Origineel M.M.)
Amsterdam, den 31 January 1830.
Mevrouw!
Wy hebben niet zonder aandoening het treurig sterfgeval van Mynheer Uw Zoon gelezen, en voelen hoe UWEd. teregt bekommerd is over het lot van de door hem nagelatene drie ouderloze Weesjes. Het geeft ons dan ook een treurig gevoel dat wy dezelve niet in ons fonds mogen opnemen, maar wy zyn gebonden aan onze reglementaire bepalingen, als welke kinderen voortgesproten uit een huwelyk na de verminking in 's Lands dienst aangegaan, buitensluit. dikwyls waren wy gedrongen ten gevolge van deze verordeningen voordragten aftewyzen; en wy zouden onregtvaardig zyn, zoo wy ons hieromtrent niet altyd gelyk blyven. Het kost ons echter veel U zulks te moeten schryven, want wy weten, hoe duur U den dag van den 15 Juny 1815 in eene dubbele betrekking geweest is, en wy vinden het niet aannemen der kinderen te harder, daar wij hun Vader zoo hy in leven gebleven was, als deelgeregtigd zouden erkend hebben.
| |
| |
Wy verzoeken U voor Uwe Kleinkinderen, als by wyze van eene Gratificatie voor ééns, honderd Guldens uit ons fonds te willen aannemen, en ons vleyende dat UWEd: dit wel als een blyk onzer ware deelneming zult beschouwen, en dat wy Uwe kieschheid daar niet mede kwetzen, hebben wy de Distrikts Commissie te Breda aangeschreven om aan U genoemde Som tegen behoorlyke kwitantie te verstrekken.
Het Hoofdbestuur voornd.
En in deszelfs naam
J. Teissedre L'Ange
Vice President
B. Hulshoff
Secretaris.
Kruseman, Arie Cornelis -: geboren te Haarlem, 11 oktober 1818, was enige tijd op de Latijnse School, daarna in de boekhandel Bohn, ging in 1836 naar Amsterdam eveneens ter opleiding in boekhandel en uitgeverij, raakte bevriend met Eduard Douwes Dekker, verbleef enkele maanden in Den Haag, werd in 1840 eigenaar van een boekhandel in Haarlem, en begon het jaar daarop een uitgeverij die allengs grote naam verwierf. Hij overleed te Haarlem op 15 april 1894. |
Lutjens, Hendrik Jacob -: lid van de Algemene Rekenkamer voor Nederlands-Indië; hij kreeg op 15 april 1850 ontslag en vertrok naar Nederland. |
Meerten, Jacobus Hubertus van -: geboren te Gouda, 9 januari 1809; kwam in 1834 in dienst bij Waterstaat en publieke gebouwen te Batavia; werd kommies bij de inkomende en uitgaande rechten te Samarang; werd kontroleur te Natal en aldaar gesuspendeerd, en in 1843 ontslagen; werd pakhuismeester te Pasoeroean, in 1850 idem te Soerabaja; kwam met een tweejarig verlof in 1861-'62 naar Nederland; werd algemeen ontvanger van 's lands kas te Soerabaja, en in 1869 Lid van de Alg. Rekenkamer; werd in 1880 eervol uit 's lands dienst ontslagen en overleed op 27 januari 1894 te Buitenzorg. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Merkus, Pieter -: geboren 18 maart 1787 te Naarden, studeerde rechten te Leiden (1803-1808), ging in 1815 naar Indië, werd hoofdkommies aan de Algemene Secretarie, in 1817 adjunct- |
| |
| |
secretaris-generaal, in 1818 procureur-generaal bij het Hoog Gerechtshof, in 1819 advocaat-fiskaal bij het Hoog Militair Gerechtshof, in 1821 Algemeen Secretaris, in 1822 gouverneur van de Molukken, in 1828 President van het Hoog Gerechtshof, in 1829 Raad van Indië. Hij was een overtuigd tegenstander van G.-G. Van den Bosch en diens Cultuurstelsel. Na enkele jaren Europees verlof werd Mr. P. Merkus in januari 1839 Regeringscommissaris ter Westkust van Sumatra. Na de dood van G.-G. De Eerens in mei 1840, was Merkus eerst tijdelijk, later definitief met dit ambt belast, tot aan zijn dood op 2 augustus 1844 te Soerabaja. |
Meskendorff, Hendrik Roelof -: geboren 15 maart 1805 te Weesp, tweede onderwijzer aan de Bijzondere School der tweede klasse aan de Fluwelen Burgwal 56 te Amsterdam; na 1858 kostschoolhouder te 's-Gravenhage en aldaar 8 februari 1865 overleden. (Gemeente-Archief, 's-Gravenhage). |
Michiels, Andreas Victor -: Nederlands militair, geboren 30 april 1797 te Maastricht, streed in 1814-1815 tegen Napoleon, ging naar Ned.-Indië, werd in 1818 kapitein, in 1827 majoor, in 1832 luitenant-kolonel, in 1837 militair kommandant ter Sumatra's Westkust, op 29 november 1837 civiel en militair gouverneur aldaar, op 14 september 1843 Generaal-Majoor titulair; werd in februari 1849 tijdelijk belast met het Kommando over het Indisch Leger, en sneuvelde op Bali, 25 mei 1849. (Stamboek Officieren; Alg. Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Mispelblom Beijer, Julius Dominicus -: was in 1845 tweede kommies bij de Alg. Rekenkamer. |
Pahud, Charles Ferdinand -: geboren 18 april 1803 te Amsterdam; was van 1823-1839 op Java en Sumatra ambtenaar bij de belastingen en de in- en uitvoerrechten; werd na twee jaren Europees verlof in 1844 inspecteur van Financiën, in 1844 directeur van de gouvernements-produkten en burgerlijke magazijnen; ging in 1847 voor herstel van gezondheid naar Nederland; werd in 1849 minister van Koloniën in het eerste kabinet-Thorbecke, behield deze functie ook in het daarop volgende kabinet tot eind 1855 en was van mei 1856 tot september 1861 Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië, Hij overleed op 31 augustus 1873 te 's-Gravenhage. |
| |
| |
Pekelharing, Arie -: jeugdvriend van Eduard Douwes Dekker; geboren 22 augustus 1817; werkzaam in een Amsterdamse boekhandel; overleden aan tuberculose 20 mei 1839. (Zie Gerrit Jan Honig: Uit den gulden Bijkorf. Koog aan de Zaan, 1952; blz. 313). |
Pool, Carel Salomon van der -: Nederlands-Indisch militair; geboren te Amsterdam, juni 1813; soldaat in de vesting Breda 1830-1832; ging in 1836 naar Indië, diende van 1837 af op Sumatra's Westkust; klom op tot tweede luitenant (1840), eerste luitenant (1847) en kapitein bij het 12de Bataljon Infanterie (3 december 1851). Kort tevoren was Van der Pool tot veertien dagen provoost veroordeeld ‘wegens ongegrondheid en ligtvaardigheid in zijne gediende klagten, en schuldig aan verregaande oneerbiedigheid.’ Op 9 maart 1853 kreeg hij een tweejarig verlof naar Nederland, op 30 april 1855 keerde hij terug, diende bij verschillende bataljons, en overleed 8 februari 1858 te Samarang, (Officieren Stamboek O.-I. leger. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Reynst, Jhr. Joan Cornelis -: geboren te Velp, 28 februari 1797, vertrok in 1815 naar Ned.-Indië, was o.a. kommies bij de Rekenkamer, werd in 1820 resident te Sambas, in 1828 Directeur van 's lands producten en civiele magazijnen, in 1833 tijdelijk Directeur-Generaal van Financiën, in 1836 Raad van Indië, werd in 1840 in de adelstand verheven, in 1842 benoemd tot vice-president van de Raad van Indië, en nam als zodanig in 1844 tijdelijk het ambt van G.-G. waar; kreeg in 1850 op de meest eervolle wijze ontslag uit 's lands dienst. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Rochussen, Jan Jacob -: geboren 23 oktober 1797 te Etten, ging bij de belastingdienst, werd in 1826 secretaris van de Kamer van Koophandel te Amsterdam, in 1840 minister van Financiën, in 1843 gezant te Brussel, en in 1845 G.-G., welk ambt hij bekleedde van 30 september 1845 tot 12 mei 1851. In Nederland teruggekeerd werd hij conservatief Kamerlid, was van maart 1858 tot december 1861 minister van koloniën, en overleed 21 januari 1871 te 's-Gravenhage. |
Ruloffs, Joannes Petrus Christinus -: geboren te Amsterdam, 25 december 1796, kwam bij de Ned.-Indische Marine, werd in
|
| |
| |
1823 adjunct-directeur, in 1827 lid van het Hoog Militair Gerechtshof, in 1829 Hoofdadministrateur der Marine, in 1839 President der Algemene Rekenkamer, in 1843 Directeur der Producten en civiele magazijnen, in 1844 Directeur-generaal van Financiën, kreeg in 1848 eervol ontslag uit 's lands dienst, werd benoemd tot Staatsraad in buitengewone dienst, in 1849 tot Raad van Indië, in 1851 vice-president van de Raad van Indië, kreeg in 1857 eervol ontslag, en vertrok naar Nederland. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Scholten, Johannes Hendrikus -: apostolisch prefect en pastoor te Batavia, 1797-1865. |
Ven, Adrianus van der -: geboren te Gorinchem, jaar en datum niet bekend; vertrok in 1837 als particulier naar Ned.-Indië; werd in 1838 3de kommies bij de Directie der producten en civiele magazijnen, werd in 1841 secretaris der residentie Aijer Bangies, daarna assistent-resident aldaar; was in 1847-'48 met verlof tot herstel van gezondheid in Nederland; werd in 1849 assistent-resident van Soemedang en Soekapoera (Preanger), in 1853 resident van Z.O. Borneo; verkreeg in 1856 verlof naar Nederland en overleed op de reis, 19 december 1856. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhgae). |
Verspyck, Hubarta -: overgrootmoeder van Tine; dochter van Everhard Verspijk en Anna Fransosa Beekman; gedoopt te Nijmegen op 24 september 1730. (Doopboek van de Ned. Herv. Gemeente. Oud-Archief Nijmegen). Huwde op 13 maart 1756 te Batavia met de chirurgijn Christiaan Kleijnhoff, vestigde zich met hem in 1763 te Culemborg, waar zij in april 1792 overleed. |
Versteegh, Carolina Joanna -: dochter van Johannes Martinus Versteegh, wonende te Salatiga (Samarang), korte tijd verloofde van Eduard Douwes Dekker, huwde 4 januari 1843 te Salatiga met Nicolas Guillaume, kapitein, magazijnmeester der geniewerken bij de vesting Willem I. |
Weddik, Arnoldus Laurens -: geboren te Amsterdam, 7 maart 1807; was aanvankelijk militair, werd in 1838 assistent-resident van Buitenzorg, in 1840 resident van Aijer Bangies; na in 1843 door Michiels te zijn gesuspendeerd, werd Weddik in 1844 Kommissaris-inspecteur der etablissementen ter Zuid-,
|
| |
| |
Oost- en Westkust van Borneo, in 1846 Gouverneur van Borneo en onderhorigheden, in 1849 tijdens een tweejarig verlof wnd. Secretaris generaal bij het Departement van Koloniën, en in 1854 Staatsraad in buitengewone dienst. (Dienststaat; Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Winkel, Pierre Guillaume te -: gymnasiumvriend van Eduard Douwes Dekker; geboren 13 februari 1819, werd predikant in Winkel, en overleed 10 September 1883. |
Wijnbergen, Carel Fredrik Jan Pieter Baron van -: vader van Tine. Geboren te Ravenswaai 7 maart 1796, zoon van Willem Lodewijk van Wijnbergen (1768-1815) en Everdina Kleijnhoff (1797-1851); streed 16 juni 1815 bij Quatrebras, verloor in die slag zijn vader en werd er zelf gekwetst; huwde blijkens de navolgende akte op 3 mei 1819 met Maria Arnolda Fischer, werd om gezondheidsredenen op 8 februari 1826 als tweede luitenant der infanterie gepensioneerd, en overleed blijkens de tweede navolgende akte op 29 oktober 1829 te Ginneken, nalatende drie dochters: Everdina Huberta (1819-1874); Henriette Marie (1822-1905) en Sophia Louise (1823-1846). |
Bijlage I. Huwelijksakte van Tine's ouders (Rijksarchief in Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch).
In het jaar een duizend acht honderd negentien, den derde Mei, compareerde voor ons president-burgemeester beambte van den civilen staat der stad Breda, ter eenre: de Heer Carel Fredrik Jan Pieter van Wijnbergen, tweede luitenant bij het eerste bataillon der vijftiende afdeeling Nationale Infanterie, in garnizoen te Antwerpen, geboren te Ravenswaay, den zevende Maart zeventien honderd zes en negentig, gemunieerd met het consent van Zijne Majesteit, van den achttiende Maart laatstleden no 5. etc. meerderjarigen zoon van wijlen den Heer Willem Lodewijk van Wijnbergen, in leven Ritmeester bij het regiment Hussaren no. 6, gesneuveld te Quatrebras, des zestiende Juny achttienhonderd vijftien, blijkens doop- en doodextract, het eerste door den Schout van het Schout-ambt Maurik op den zes en twintigste April laatstleden, en het laatste door den President Burgemeester van Dousborgh op den twintigste daaraanvolgende uitgereikt; en van deszelfs nagelatene weduwe
| |
| |
Vrouwe Everdina Kleynhoff, rentenierse, wonende alhier, thans tegenwoordig en toestemmende. En ter andere zijde mejuffrouw Maria Arnolda Fischer, jonge dochter en particuliere, geboren te Oisterwijk, den elfde December zeventien honderd acht en negentig, ingevolge acte der notorieteit, verleden voor den Heer Vrederegter in het kanton Oisterwijk, op den zes en twintigste April achttien honderd negentien ten zelve dage te Tilburg geregistreerd etc. minderjarige dochter van den Heer Carel Lodewijk Fischer, hospitaalmeester bij het garnizoenshospitaal dezer stad, en van Vrouwe Maria Geertruida Savelkoels, echtelieden, wonende alhier, thans tegenwoordig en consenterende, etc. zoo verklaren wij in Naam van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden, dat Carel Fredrik Jan Pieter van Wijnbergen en Maria Arnolda Fischer, door den band des huwelijks zijn vereenigd. Waarvan door ons acte is opgemaakt etc.
Bijlage II. Overlijdensakte van Tine's vader. (Register der Akten van Overlijden over den Jare 1829. Rijksarchief in Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch)
In het Jaar Een Duizend Achthondert Negen en twintig, den Dertigsten October des voormiddags om thien uuren, zijn voor ons Burgemeester Officier van den Burgerlijken Staat der Gemeente van Ginneken en Bavel, provincie Noord-braband, gecompareerd, Johannes Drievorst oud Een en Dertig Jaeren Schoenmaker, en Nicolaas Rosendaal oud vijf en vijftig Jaaren, Arbeider beide gebuuren van den overledene en wonende binnen deze gemeenten, dewelke ons hebben verklaart dat gisteren Avond omstreeks acht uuren alhier in het huis Wijk A. No 9 is overleden Carel Frederik Jan Pieter van Wijnbergen, oud ruim drie en dertig Jaeren, Gepensionneerd tweede Luitenant Geboren te Ravenswaai, en wonende alhier, weduwenaar van wijlen Maria Arnolda Ficher, overleden, Zoon van wijlen Willem Lodewijk van Wijnbergen, in leven Ritmeester der Cavallerij overleden, en van Everdina Kleijnhoff Zijne Echtgenooten wonende te Breda, enz. En nae dat van deeze Akte voorlezing is gedaan aan de Comparante, heeft de Eerste met ons getekend, niet de tweede, die verklaart heeft niet te kunnen schrijven of tekenen
J. Drievorst
Middelaar. Burg:
| |
| |
Wijnbergen, Carolina Frederika van -: zuster van Tine's grootvader; gedoopt te Maastricht 21 oktober 1771; huwde 15 juli 1789 te Geldermalsen met Albertus van der Hucht (1762-1812), overleden te Loenen aan de Vecht, 17 september 1842. (Register van overlijden, Loenen. Rijksarchief in Utrecht). |
Wijnbergen, Everdina van -: tante van Tine; geboren te Huissen 14 november 1803, dochter van Willem Lodewijk van Wijnbergen (1768-1815) en Everdina Kleijnhoff (1767-1851); woonde later met haar moeder en met haar zuster Wilhelmina Carolina (1806-1883) te Wageningen; overleed aldaar op 11 juli 1889. |
Wijnbergen, Everdina Huberta (Baronesse) van -: eerste echtgenote van Eduard Douwes Dekker, meestal Tine genoemd; geboren 26 september 1819 te Antwerpen, dochter van Carel Fredrik Jan Pieter Baron van Wijnbergen (1796-1829) en Maria Arnolda Fischer (1798-1823); kwam in 1845 naar Java, huwde 10 april 1846 te Tjiandjoer; overleed 13 september 1874 te Venetië. De adellijke titel van Tine en haar zusters is niet officieel geregistreerd. |
Wijnbergen, Henriette Maria (Baronesse) van -: schoonzuster van Eduard Douwes Dekker; geboren 1 mei 1822 te Antwerpen, dochter van Carel Fredrik Jan Pieter Baron van Wijnbergen (1796-1829) en Maria Arnolda Fischer (1798-1823); kwam in 1845 naar Java, huwde 6 augustus 1846 te Tjiandjoer met Johan Constant Willem Baron van Heeckeren tot Walien (9 juni 1819-31 augustus 1868). Zij overleed te 's-Gravenhage op 6 september 1905. |
Wijnbergen, Lambert Floris van -: overgrootvader van Tine; gedoopt te Arnhem 3 september 1747, zoon van Arent Willem Antonij van Wijnbergen en Wilhelmina Catharina van Till. (Doopboek; Archief der Gemeente Arnhem). Huwde te Drempt op 23 augustus 1767 met Judith Geertruid d'Aulnis (1745-1832). Had in 1775 drie kinderen en was toen kapitein. (Conduite-lijst van het eerste regiment infanterie. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). Was blijkens het mutueel testament van zijn zoon en schoondochter op 8 september 1792 niet meer in leven. (Oud-Notarieel archief van Culemborg. Rijksarchief in Gelderland, Arnhem). |
| |
| |
Wijnbergen, Sophia Louise (Baronesse) van -: schoonzuster van Eduard Douwes Dekker; geboren 9 december 1823 te Breda, dochter van Carel Fredrik Jan Pieter Baron van Wijnbergen (1796-1829) en Maria Arnolda Fischer (1798-1823); kwam in 1845 naar Java; overleed te Tjiandjoer op 31 juli 1846. |
Wijnbergen, Wilhelmina Carolina van -: tante van Tine; geboren te Huissen 3 april 1806, dochter van Willem Lodewijk van Wijnbergen (1768-1815) en Everdina Kleijnhoff (1767-1851); woonde later met haar zuster Everdina (1803-1889) te Wageningen; overleed aldaar 10 augustus 1883. (Advertentie M.M.). |
Wijnbergen, Willem Lodewijk van -: grootvader van Tine; zoon van Lambert Floris van Wijnbergen (1747-vóór 1792) en Judith Geertruid d'Aulnis (1745-1832); gedoopt te Doesburg op 27 april 1768 (Doopboek van de Ned. Herv. Gemeente te Doesburg; Rijksarchief in Gelderland, Arnhem), werd cadet in 1778, vaandrig in 1783; huwde te Culemborg op 13 maart 1791 met Everdina Kleijnhoff (1767-1851); werd eerste luitenant in 1792, was 1796-1797 in Oostenrijkse dienst, 1798 in Engelse dienst, van 1802-1814 ‘als kapitein bij het corps des souverein in Engeland’, 1814 ritmeester bij het Regiment Huzaren, en sneuvelde 16 juni 1815 bij Quatrebras. (Staat van Dienst. Stamboeken Officieren. Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage). |
Zillesen, Willem Johan -: rector van de Latijnse School, toen Dekker daar leerling was. Als conrector in die tijd fungeerde: Arend Gerardus van Capelle (van 1835 af als rector); de ‘onderwijzer in de wiskunde’ was in 1831: Mozes Lemans; de praeceptoren waren: Jan Meines Bakker; Arnoldus Greve; Dirk Jacob Veegens; Petrus Augustus Theophilus Waardenburg en Petrus Epkema. Als nieuwe leraar vindt men in 1833 vermeld: Jan Jacob Koning. (Naamwijzer en Adresboek der Leden, uitmakende het Stedelijk Bestuur van Amsterdam, alsmede van deszelfs Ambtenaren en Officianten, enz., uitgave uit de desbetreffende jaren.) |
|
|