Heer D. Dekker wil het doen voorkomen als of hij zoo men hem de terugkeer naar Natal had toegestaan, aldaar de zaak had kunnen tot klaarheid brengen, doch hoe was hij van Natal vertrokken, niet met verlof of om een springtogje naar elders te maken, zoodat de kas niet was overgegeven maar voor zijne rekening bleef. Hij had eene andere bestemming gekregen naar de Padangsche bovenlanden. Hij had zijne kas en administratie overgegeven. Bij de overgave van die kas, zal hij Dekker toch wel tegenwoordig geweest zijn, zal dezelve wel zijn voorgeteld, bepaalde zich nu de zaak van de wissel aan den agent van de factorij tot een abuis in de boeken, dan moest er natuurlijk eene meerderheid in koper ten bedrage van f2000 zijn bevonden in 's lands kas.
De Heer Dekker is vooreerst voor gebrek behoed door de beschikking te zijn aanzien genomen bij Besluit van 23 October 1844 No. 5 Ik geef overigens in overweging om alle de stukken te stellen in handen van den Prokureur-Generaal om c. en a. of ter pligtsbetrachting.
C.S.W. Graaf Van Hogendorp 26/12
Ik kan mij met bovenstaand advijs vereenigen.
Mr. J.F.W. van Nes 27/12
Gezien.
Mr. H.J. Hoogeveen 28/12
Ontv. 31/12
Geen bedenking tegen de § 2, 3, 4 van den Directeur Generaal voor de affectatie conform de Algemeene Rekenkamer.
J. du Puy 1/1