Volledige werken. Deel 8. Brieven en dokumenten uit de jaren 1820-1846

[p. 299]

[13 september 1843
Missive van Van der Ven aan Michiels inzake amfioenpacht]

* 13 september 1843

Missive van Assistent-Resident Van der Ven aan kolonel Michiels inzake amfioenpacht. (Bescheiden 1910, blz. 149)

De fout was, dat Dekker voor elke storting zowel een kwitantie als een wissel afgaf, terwijl onafhankelijk daarvan ook de hoofdkas te Aijer Bangies een wissel uitschreef. Er waren dus twee wissels in omloop voor hetzelfde bedrag, maar de schuld hiervan lag allermeest bij Resident Weddik.

In diens schrijven van 23 januari 1843 immers was deze zaak hoogst onduidelijk geregeld, omdat hij daarin niet enkel opdroeg een kwitantie te verstrekken, maar tevens vermeldde: ‘Verder wordt vrijgelaten den onderpachter een wissel te geven wanneer hij dat begeert.’

De pachtbedragen zelf werden door Dekker, volgens de aanschrijving van Weddik, ingeboekt in het kas-memoriaal, maar de uitgegeven wissels zijn aanvankelijk niet geboekt in het wisselregister. Die van 28 februari blijkt in juni 1843 door Dekkers assistent te zijn ingeschreven.

No: 290.

Aijer Bangies, den 13n September 1843.

Aan den Kolonel, Civiel en Militair Gouverneur ter Sumatra's Westkust.

In voldoening aan het voorkomende bij Uhedg. missive van den 23n Augustus ll. No: 1813 geef ik mij de eer te berigten:

dat te Natal in Februarij ll. eene som van f405 en in April daaropvolgende f 810 kopergeld in ontvangst is genomen terzake van de door den amfioenpachter aldaar over Januarij, Februarij en Maart ll. betaalde pachtpenningen.

dat tengevolge van Uhedg. aanschrijving dd. 23 April ll. No: 749 dezerzijdsch voor beide sommen sub No: 29 en 35 wissels zijn afgegeven op slands kas te Padang te behoeve van den Chinees Lim Amau aldaar, terwijl sedert geene gelden terzake van amfioenpacht zijn ontvangen.

dat mitsdien de wissel dd. 28 Februarij ll. No: 12 van den controleur Douwes Dekker groot f405 koper, ten eenemale fautief en ongeldig is.

dat het bestaan van die wissel dezerzijdsch geheel onbekend was, als zijnde dezelve niet bij de kasrekening van Natal verhandeld, hetwelk aan eene grove dwaling van de zijde van den Controleur Douwes Dekker moet worden toegeschreven.

[p. 300]

dat evenmin aan de afgegeven kwitantien van f 405 koper en f810 koper dd. 28 Februarij en 28 April ll. eenige waarde kan worden toegekend, dewijl de pachter Lim Amau die bedragen per de hierboven genoemde wissels no: 29 en 35 heeft ontvangen.

dat de bekendstelling op de kwitantie dd. 28 April ll. groot f810 koper abusief en onjuist is, dewijl de afgifte door den controleur voornoemd van een wissel voor dat bedrag niet heeft plaats gehad.

Mij vleiende hiermede aan den last van Uhedg. te hebben voldaan, zoo neem ik de vrijheid de bedoelde wissel en de beide kwitantien bij Uhedg. missive overgelegd weder aan te bieden.

De Wd. Assistent Resident,

A. van der Ven.