[1 december 1842
Dekkers eerste dienstbrief te Natal]
* 1 december 1842
Dekkers eerste dienstbrief te Natal. (Bescheiden 1910, blz. 23)
Radja: stamhoofd. Anak boea: onderhorige.
No 521. Geen bijlagen.
Natal, 1 Decr. 1842.
Ass. Residt. Mandheling.
Radja Pagedangan van Aijer nan alie heeft mij te kennen gegeven dat twee zijner anak boea's, een man en een vrouw met name Si Pandji en Si Tangie, die beiden bij hem in schuld waren, zich heimelijk hebben verwijderd en op het oogenblik zich op mandhelingsch grondgebied bevinden. Ten gevolge van zijn verzoek om hem in het opsporen van die menschen behulpzaam te zijn, heb ik de Eer Uwedg. daarvan kennis te geven, teneinde Uwedg. hierin die maatregelen zult kunnen in het werk stellen als Uwedg. zult vermeenen te behooren.
Ten zelfden einde zal zich bij Uhedg. vervoegen Radja Silangan, welke zich bij mij beklaagd heeft dat een persoon met name Si Ressin, welken hij voorgeeft deszelfs slaaf te wezen, van hem is weggeloopen, en zich op Payaboengan ophoudt: ik neem de vrijheid Uwedg. ook hiervan bij deze bericht te doen toekomen, om genoemden Radja Silangan, indien Uwedg. zulks oorbaar acht, in het terug verkrijgen van zijn eigendom behulpzaam te wezen.
De Control. 2e kl.
D.