[8 maart 1838
Eduard voorgesteld als lid van het Nut]
8 maart 1838
Eduard Douwes Dekker wordt voorgesteld als lid van het Nut. Pieter Douwes Dekker, die zijn jongere broer introduceerde, was zelf op 7 maart 1833 als lid voorgesteld en op 23 april 1833 als zodanig benoemd. Blijkens de Notulen uit de jaren 1834-1838 heeft hij aktief deelgenomen aan de werkzaamheden, o.a. door het voordragen van gedichten van Bilderdijk, Storm van 's Gravesande, Tollens, Van Oosterwijk Bruijn, W. van Haren, Brester, Van Lennep, Borger, Beets; en door het houden van verhandelingen o.a. over Jacob Cats. Op 19 januari 1837 las hij ‘ten Bijdrage, de oudejaarsnacht van een' ongelukkigen, door Jean Paul (Richter), vergezeld van eenige aanmerkingen omtrent den Schrijftrant des mans’. Zie voor dit gedicht ook 28 juni 1838. Notulen van de gewone vergadering van het Departement Waterland der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, gehouden op 8 maart 1838. Fragment. (Archief van de Mij. tot Nut van 't Algemeen, Amsterdam. Fotokopie M.M.)
Art. 6
Rooster voor Verhand. en Bijdr. in het nieuwe Dep. jaar.
De Secretaris brengt de nieuwe Rooster voor Verhandelaars en Bijdragen tegen het met April invallend nieuw Departements-jaar ter tafel, en biedt die den Leden aan.
Art. 7
Berigt des Penningmrs, nopens zijne Vacatie.
De Penningmeester berigt dat hij bij de volgende Vergadering zal vaceren tot het ontvangen der Contributien, hetwelk den Leden door de convocatie-billeten zal herinnerd worden.
Art. 8
Algemeene Omvrage.
Bij de algemeene omvrage bedanken voor hun Lidmaatschap van het Depart.t de Heeren C. Vuijk, S. Groot, W. Hoffman, J.W. Oberman en J. Swart, hetwelk voor notificatie wordt aangenomen; doch met des te meer blijdschap vernomen dat de Heer P.D. Dekker als Leden des Departements voorstelde de Heeren J. Koning en E.D. Dekker te Amsterdam, alsmede de Heer C. Ringeling den Heer H. Wisdom te Buiksloot.