hun naam... en ook wel 'n beetje tegen de aanspraken op taalkennis van de heren De Vries en Te Winkel, die ze vrouwelyk maken zouden, 'n jaar of zoveel daarna. Daar lagen roosters zonder spylen, moeren zonder kroost, schroeven zonder moer... Niobe's en wezen. Daar lagen eenzame poten van tangen, en lemmetten van scharen, wreed gescheiden van hun tweelingen. Daar lagen onthoofde spykers, tandeloze zagen, beitels zonder snee, sloten zonder veer, sleutels zonder slot, haken zonder oog, ogen zonder haak, gespen zonder tong. Daar lagen scharnieren, hoepels, stiften, krammen, ringen, deurkrukken, spanjoletten, grendels, sabels, bajonetten, bylen, hamers, vuurpoken, kolenscheppers, potten, pannen, ketels, deksels. Daar lag alles wat ooit van yzer had kunnen vervaardigd zyn, maar onbruikbaar nu, verdraaid, gebersten, gespleten, verwrongen, incompleet, en vooral: verroest! Dit scheen de eis te wezen van dien handel. Misschien was de koopman aan deze eigenaardigheid gebonden door 'n artikel in de patentwet, volgens 'twelk hy wel voor roest maar niet voor yzer was aangeslagen. En nu sprak ik nog slechts van de dingen die 'n naam hebben, of misschien eenmaal 'n naam konden gehad hebben. En we stonden nog maar 'n ogenblik stil voor de uitstalling van den Oud-roest alleen. Het beschryven van 't overig deel der ‘markt’ gaat m'n talent nog verder te boven, dan de inventaris van die gewezen yzerwaren. Men kon daar kopen - maar wie toch kocht er iets? - daar waren te bekomen: zure augurken, runderlappen, nieren en long, nuchter-kalfvlees en andere spyzen, gekookt en ongekookt, met of zonder de saus. Daar werden oude lappen en vodden gevent, en stukjes leder, en knoken, en gepensionneerde hoeden, en stroken vilt, en schilderyen zonder lyst, en lysten zonder schildery. En prenten, en boeken. En rugtitels zonder bladen, bladen zonder titel. En landkaarten, niet zonder jacht op symmetrie netjes in vieren of zessen geknipt, om en
détail te worden aan den man gebracht voor 't mogelyk geval dat 'n heel land of werelddeel de begroting van den koper mocht te boven gaan. En versleten kledingstukken. En gelapte schoenen, om nu niet te spreken van de ongelapte. Daar lag kinderspeelgoed dat veel beleefd had, tussen 'n tumulus van zuurkool en 'n tropee van hoeven en horens. Ginds stond 'n kruiwagen volgeladen met potjes poma-