schichtig verlaten boven-, voor-, onder-, achter-, insteekkamer, 'n ware tempel van verschillende smarten.
Het is geenszins m'n bedoeling, Wouter boven Jozef, Theseus, Jason of Hippolytus te stellen. Apollo beware my voor de by auteurs somwylen voorkomende apenliefde, die hen in hun helden altyd de ‘belangwekkendste der stervelingen’ doet zien. De lezer zal erkennen dat ik genoeg moed en plichtbesef heb, om m'n jongetje nu-en-dan niet zeer mals te behandelen. Neen, niet in Wouters verdienste zoek ik den maatstaf voor de wanhoop der verlatene. En ook zyzelf voedde haar verdriet niet uitsluitend met 'n droevig staren op de waarde van den verloren schat. De hem kwalificerende benamingen die ze 't weggelopen heil namurmureerde, getuigden meer van vinnige verstoordheid dan van byzondere waardering. Er bestond iets geheel anders, dat met volle recht haar verstoordheid stempelde tot wrevel, en zelfs tot woede. Met gepasten eerbied voor de smart van al die andere dames, meen ik te mogen in 't midden brengen, dat er onder die ganse wenende vrouwenschaar geen enkele zo gek figuur maakte tegenover de respektieve verwanten van haar verlaters, als juffrouw Laps. Ze moest Wouter verantwoorden aan z'n familie. Dát was het!
De zonderlingste plannen gingen haar door 't hoofd. Hoe zou 't zyn, als ze vertelde dat-i was ‘weggenomen’ van voor de ogen des Volks, en opgevaren in 'n gloeiende diligence? Ze verwierp dit denkbeeld, uit zeer gegronde vrees dat men haar niet geloven zou. Onder alle wonderen zyn er maar weinig zo ongeschikt tot dagelyks gebruik, als hemelvaarten. Zelfs Politie en Justitie geloven er niet aan, dit zy gezegd zonder 't minste wantrouwen op de historische grondslagen van de christelyke godsdienst, die zulke zaken niet missen kan zonder in elkaar te storten als 'n slecht gebouwd kaartenhuis. Het zal den godsdienstigen lezer genoegen doen, te ontwaren dat ik in dit opzicht geheel-en-al 't gevoelen aankleef van den zeer heiligen Paulus. (i Corinthen, xv, vs 14).
Dus: géén hemelvaart! dacht onze Ariadne, met bedroevend verstand. Maar... wat dan?
Ze begon met wachten of haar Theseusje misschien zou terugkeren? Het was haar niet duidelyk geweest, of hy in die kroeg