gen en stompen die hy ontving, deelde hy daarvan juist genoeg uit om weldra 't jeneverzaaltje te bereiken, waar de volte wel niet minder was dan buiten, maar er werd niet gevochten. Dit was iets!
Ziedaar, lezer, 't waar en onvervalst relaas van de oorzaken die Wouter heel in 't begin van z'n loopbaan maakten tot 'n kroegen koffiehuisloper. Gister in ‘Polen’, heden in ‘De gekroonde Jeneverbes’... daar gesmeten, hier vechtend, in beide door 't een-of-ander geperst... 't is te veel!
Maar hy wás er nu eenmaal, en keek rond naar Femke.
Hy meende haar te ontdekken heel achter in 't niet grote vertrek, op 'n tafeltje dat in 'n hoek stond. Zwygend, met styf toegeknepen lippen, de armen over elkaar geslagen, en met iets als uittarting in haar trekken, zag 't meisjen op de menigte neer. De kant van haar kap hing haar aan flarden in den nek - zy, zo net altyd! - en, erger nog, Wouter meende te bespeuren dat haar gezicht bebloed was, het lieve, lieve, lieve gezicht van Femke!
Uitgeput, had-i de kracht niet meer, tot haar te gaan. En dit behoefde ook niet. Ze stond daar ongemoeid en veilig op haar tafeltje. Hy riep, maar ze hoorde niet.
Met onderzoekende scherpte liet ze haar blikken dwalen over de aanwezenden. Toen haar oog dat van Wouter ontmoette, kromp hy ineen: ze wilde hem niet kennen!
- O God, o God, ze veracht me, snikte hy. Dát heb ik verdiend voor m'n lafheid by de Holsma's!
- Jongetje, gehuild wordt hier niet, zei de waardin. Als je huilen wilt, ga dan na je moeder!
Makkelyker gezegd dan gedaan. Wouter kon in die volte geen voet verzetten. De aandrang by 't buffet waar-i stond, klemde hem tegen de jenever-toonbank. Het gelukte hem niet eens, Femke gedurig in 't oog te houden, schoon ze boven allen bleef uitsteken. Tranen van wrevel en smart vloeiden hem over de wangen.
- Wat doe je dan in de drukte, zei 't jeneverwyf, as je d'r niet tegen ken? Heb je je bezeerd? Grienen wordt hier niet getapt. Zet 'r 'n borrel op, jongen, of ga heen!
Lust of niet, hy had heel graag 'n ‘borrel’ besteld om z'n plaats te betalen. Maar - ‘daar-i thuis altyd alles kreeg wat-i nodig had’