troonopvolger van 'n groot Ryk dat te Zaandam timmeren geleerd, en dus aan Nederland z'n carrière te danken had. Dat Ryk zou de Nederlandse staatsschuld betalen - zo verzekerden eenstemmig de kranten - als men nu maar braaf schreeuwde:
Leve prinses Erika!
De oude Paltsgravin van Aetolië stamde rechtstreeks af van zekeren ridder die z'n stalknechts liet bedienen door Lusignans. De couranten betoogden dat het den waren republikein paste, in dit byzonder geval bewys te geven van heraldische ontwikkeling, door met byzonderen nadruk aan te dringen op de levensverlenging van die hoogheid. Men moest dus roepen:
Leve de Paltsgravin van Aetolië!
De Groothertog van Ysland was de welgeslaagde kleinzoon van 'n kroeghouder. Z'n verdiensten waren drie krantkolommen lang... brevier-letter, en nauw gezet. 't Volk moest dus even nauwgezet wezen in 't waarderen. De man was meester op kling en bâton, en kon zelfs - met 'n beetje inspanning, nu ja - hy kon z'n naam zetten. Langs 'n oceaan van afgronden - zo zei de krant - had-i zich vervolmaakt tot zwager van 'n halfgod. Ook was-i gewoon zich te kleden als 'n koorddanser. Wie dus 't belang des Vaderlands op 't onbesmet harte droeg - zo zei de krant - kon niet laten uit zeer onbeklemde borst mee te schreeuwen:
Leve de Groothertog van Ysland!
Er waren nog meer potentaten en potentaatgenoten die Amsterdam vereerden met 'n bezoek. Ze hadden gehoord dat die stad eigenlyk: ‘la Vénise du Nord’ heette, en... interessant was, zeer interessant!
En de hollandse haring! Delicieus! Maar... de Hollanders weten er niet mee om te gaan: ze moet gebakken zyn.
En de hollandse schilderschool! ‘Rambrànn... magnifique!’
Er waren nog meer dingen in Holland byzonder goed, gelyk met neerbuigende vriendelykheid door al die hoogheden werd erkend.
- Il paraît qu'un certain Wondèle a écrit des choses, des choses... mais des choses... passablement bien!
En de dyken! De Katwykse sluis...
Lezer, géén chronologie, wat ik u bidden mag!
...die sluis: gigantesque! De hollandse natie houdt zich in de snip-