Hém? Wien? Den Zoon van God of van Willem I?
Om de navorsers dezer theologisch-politische verborgenheid enigszins te hulp te komen, diene de opmerking dat volgens 'n ander stuk van onzen ‘dichter’ de: ‘Oppermacht van het Doorluchtig en Koninklijk Stamhuis van Oranje een leen is van Gods gezalfden Zoon’. Het zou mogelyk kunnen wezen dat deze heraldische byzonderheid de zaak ophelderde, vooral daar er uitdrukkelyk wordt verklaard dat de vorsten uit genoemd huis niet moeten: ‘hooren naar Godverlateren’ en verkeerd zouden doen hun: ‘leen, Hem ten hoon, te verheffen van Zijn hateren’. De lezer heeft gelieven op te merken dat ook in deze stukken, Taal en Uitdrukkingswyze niets te benyden hebben aan den keurigen Floris, en dat ook hier deze kenmerken van karakter wel degelyk overeenstemmen met den inhoud.
Doch genoeg van al dien zinnelozen praat! Wie lust heeft in nog meer misselykheid, kan zich van de karakterloosheid onzer verzenmakers overtuigen, door 't inzien van byna ál de rymelary die na de restauratie de pers bevuilde, en den waarheidszin der Natie verwrong. Ook de fabrikanten van niet rymend proza deden dapper mee, gelyk we by 't behandelen der heldendaden van Scheltema's prillen prins in bundel III gezien hebben.
Welnu, deze soort van onwaarheden was de ergste niet! De algemene strekking der bedoelde leugen-litteratuur openbaarde zich - en openbaart zich nog heden ten dage! - op veel uitgebreider terrein.
Oppervlakkig zou men kunnen menen dat het er weinig toe doet, of 'n Volk by 't keren van den politieken wind gelovig meedraait, en telkens 't afgodje van gister voor dat van vandaag verwisselt. 't Staat ieder immers vry, zullen sommigen denken, den waan van verleden week bespottelyk te vinden...
Alsof daarmee de scha geboet ware!
Wat baat het of men telkens opnieuw inziet dat men óf zichzelf bedroog óf zich bedriegen liet door anderen, wanneer daaruit geen lering wordt geput voor het tegenwoordige, voor de toekomst? Meent men dat er geen gevaar ligt in 't gewoon raken aan leugen?
Ik geloof dat de voorbeelden die ik leverde van 't infaam speculeren op de dwalingen van den dag...