maar in den tyd waarvan ik spreek, was die stemming melankolisch en zelfs treurig. Men zoeke daarvan den weerklank niet in liederboeken. Op zeer weinig uitzondering na, laat 'n Volk zich geen gezangen voorschryven door deftige personen die altyd mistrouwd worden. Hoogstens neemt het wat over van den orgelman. Om in de dagen die ik bedoel, wél toegerust te zyn, moest zo'n erfgenaam der Frauenlobs, Eschenbachen en Tannhäusers een vrouw naast zich hebben met 'n kind op den arm, en drie, vier andere ‘wurmen’ die haar aan rok en voorschoot hingen. En op 't orgel lag 't vyfde of zesde dat, te oordelen naar de gestalte der moeder, straks ophouden zou 't jongste te zyn. De echtgenote hield 'n pak litteratuur in de hand, en galmde... Waarachtig, de zaak is melankoliek! Een knip aan 't instrument... knik, knak, de cylinder schuift, stuit, wentelt, preludeert...
De stalen pinnen tokkelen tegen de tanden van den kam...
Maar dat moet presto gespeeld worden! Prestissimo! Allegro!
Beste Mozart, ge hebt niet gerekend op de tering van dien orgelsjouwer! Niet op de vermoeienis der arme vrouw, bezaaid met kroost! Niet ook op den smaak des Volks, dat... graag dol vrolyk is, nu ja, hoe doller hoe liever, maar geen groter vrolykheid kent dan 't smachtend sentimentele.
Velen zullen dit vreemd vinden, en menen dat de straatgalmen getuigenis geven van het tegendeel. Misschien is dit zo in onze dagen, maar 't wás eenmaal zo niet, en ikzelf heb die verandering beleefd. Waren 't verdwaalde spranken van de o- en achpoëzie? Lag 't in de politische tydsomstandigheden? Was 't 'n voorloper van de hedendaagse sociaal-kwestiën? Ik weet het niet. Maar zeker is 't dat de ongeleerde muze der straten de vrolykste melodieën omzette in iets weemoedigs. En, dat ook hier alweer 't hysterisch element niet ontbrak...
Geen gedachte zonder fosfor? Eilieve: geen poëzie zonder wellust. En meer nog, zonder wellust geen schoonheidsgevoel, geen schepping op 't gebied van geest of gemoed.
't Mag waar zyn dat ondeugende toespelingen by zulke gelegenheden niet werden gespaard. Dat was de saus by 't gerecht! Maar toch... 't idyllische blonk door, niet alleen, maar heerste zelfs in den toon waarop men z'n verzen zette.