arbeid te geven aan Wouters fantasie. En... zonderling, met de onopgehelderde byzaken bemoeide zich die fantasie niet.
Of is de gemakkelykheid waarmee mens en mensdom op zekere leeftyden heenstapt over ongerymdhedens, niet zonderling? Ze blyft in allen geval opmerkelyk.
Waarom nam men, byv. in griekse en romeinse mythologie genoegen met 'n Jupiter die jong geweest en door 'n geit gezoogd was, zonder er aan te denken dat 'n geboren god oud worden en sterven moest? Al de geschiedenisjes die op den Olymp gespeeld waren, nam men als gebeurde zaken aan, en niemand schynt er aan gedacht te hebben dat de voortzetting daarvan mogelyk, of liever noodzakelyk was. De onttroning van Saturnus vond geen tegenspraak, maar de dichter die 't gewaagd had in 'n premier-olympe te vertellen dat de veroveraar Zeus op zyn beurt 'n gelyk lot had ondergaan, zou voor 'n godslasteraar gehouden zyn. Ook in andere meer moderne mythologieën...
Maar we willen nu liever dat gebrek aan kritiek, in Woutertje beschouwen. De deugdzame Genoveva werd op 't laatste plaatje volkomen gelukkig, en de verrader behoorlyk gestraft. Hoe was er voor de zo lang verstoten vrouw geluk denkbaar, aan de zyde van 'n woesteling als de echtgenoot die haar op zo ongegronde verdenking in de wildernis jaagde? Wie stond haar borg dat-i niet straks opnieuw een dergelyke dollemanskuur aan haar begaan zou? En... vanwaar bekwamen de kinderen zulke mooie kleertjes? Ze schitterden van kleur en galon. Wouter zag dit wel, en hy was er wel jaloers op...
Dat was wat ánders dan de afgelegde buisjes en broeken van Laurens, waarmee hy gedreigd werd door de overleggende moeder!
Nu ja, hy had wel de onburgerlyke weelderigheid van zo'n woestynleven opgemerkt, en zich voorgenomen by gelegenheid 'n plekjen op te zoeken, waar 't ongeluk zo fraai gekleed kon gaan, maar 't kwam hem niet in den zin, naar de herkomst van zo'n garderobe te vragen.
Eilieve, 't kind was hierin minder achteruit dan hem volgens z'n jaren vrystond. By vergelyking met zeer veel volwassenen, had men 't recht niet, critische zifting van hem te verwachten. De opmerking is oud, dat de heldinnen in ridderromans nooit ge-