Volledige werken. Deel 6. Ideeën, vierde bundel. Ideeën, vyfde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 325]
| |
1029.Wat my betreft, ik veroordeel ut supra onzen vreemdsoortigen ‘lasteraar’ tot... Jérôme Paturot. Hy moet pen, inkt, frazen en rechtzoekery verlaten, en terugkeren tot z'n eerste liefde, aan de oevers van den Brantas. - En waarom schryft gy dan, vraagt ge? Helaas, men heeft me geen ander plekjen overgelaten, waar iets te kappen viel. Ge zegt, over uw djati-hout sprekend: ‘Menig balkenvlot des heren Loudon zag ik voor m'n ogen verbryzelen of uit elkander slaan... En m'n Ideeën dan, o Brata Yoeda, die me wat méér kosten, dan 't door vreemde handen voor dien heer Loudon gekapte hout? ...terwyl de vlotters zich zwemmende moesten redden. De minste afwyking van juistheid in richting, was voldoende om zo'n vlot overdwars te doen gaan... En m'n Ideeën dan, o Brata Yoeda? ...en dan was er geen redding meer mogelyk. De geweldige stroom zou dan de verenigde pogingen van vyftig roeiers hebben krachteloos gemaakt... Krachteloos gemaakt? O neen. Verydeld? Misschien. Maar vyftig roeiers zegt ge? Vyftig? En ik dan, die geheel alleen roei tegen zo'n stroom? ...als 'n pyl werd dan 't vlot meegesleurd, tot het optornde tegen een of ander rotsblok... Juist! Tegen onwil uit zedeloos eigenbelang, en dit nog niet eens goed begrepen! ...tegen 'n verraderlyken boomstam... Juist, juist, juist! Tegen verraderlyken laster, surrogaat van 't eerst beproefd even verraderlyk doodzwygen! ...met zulk 'n kracht, dat djati-balken van honderd voet lengte en vier voeten vierkant, ombogen en knapten als zwavelstokken.’ En m'n Ideeën dan, o Brata Yoeda? Dat ‘omgebogen en geknapte’ hout - goed geschetst, waarachtig!Ga naar voetnoot* - was te vervangen na 't verlies. Daar ging slechts enige | |
[pagina 326]
| |
handen-arbeid teloor... wat in Indië meer gebeurt, en ook elders. Wie of wat vervangt 'n uitgeputte mensenziel, als ze knakte en brak door 't optornen tegen de logge massa domheid die 'n stompzinnig vermaak schept in zo'n vlotbreuk? Tegen werkdadige schelmery ook, wier belang meebrengt die hindernissen in haar belemmerende werking te handhaven? Zeg me, o Brata Yoeda, wanneer bestreedt gy minder onedelen vyand, toen ge te worstelen hadt met den stroom van den eerlyken Brantas, of toen ge den zondvloed van vuil woudt te keer gaan, die zich Maatschappy noemt? Keer terug tot uw vlotten, beste jongen! En... ge zegt dat de tygers, schoon niet geheel nog uitgeroeid door bosvelling en aanbouw, toch afnamen in getal ‘tussen Borow en Djimbeh, juist op de plek waar zich thans de desa Goelongan bevindt’? Wel... zoek dan 'n nieuwe buurt op, waar ze iets minder te lyden hadden van nieuwe desa's en ‘beschaving’. Uw uitstapjen in de ‘Maatschappy’ zal u geleerd hebben die tygers te bejegenen met iets als... achting. Wat my betreft, groet ze van me, en zeg dat ik heimwee voel naar hun wouden, en naar de eerlykheid van hun vyandschap. |
|