Volledige werken. Deel 6. Ideeën, vierde bundel. Ideeën, vyfde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend988.Om dit cursief ‘dus’ te rechtvaardigen, zou ik zeer veel moeten herhalen van wat ik by onderscheiden gelegenheden gezegd heb. Wie m'n werken slechts gelezen heeft, zal 't 'n vreemde gevolgtrekking vinden, vooral daar de betekenis der woorden artist, dichter, wysgeer, evenzeer verbasterd is als 't begrip ‘staatkunde’ zelf. Dit is myn schuld niet. Wie evenwel aan myn werken zekere aandacht besteedt, niet ál te onevenredig met de inspanning die ik aan 't schryven ten koste leg, zal my begrypen. En zelfs voor anderen heb ik een hulpmiddel gereed, dat wel niet myn stelling bewyst, doch volkomen geschikt is om dit bewys overbodig te maken, daar het zekeren indruk teweegbrengt, die weldra op 'n eigengemaakte bewysvoering zal uitlopen. | |
[pagina 228]
| |
aant.
Maar de gewone bioloog laat z'n sujetten geen acceptaties tekenen gedurende de bedwelming. Dit heeft men de natie wél laten doen, en de natuur der dingen zal te zyner tyd aandringen op betaling. De mogelykheid dat 'n forse individualiteit - iemand dien men inderdaad een groot man zou kunnen noemen - de dreigende catastrofe bezweert, is afgesneden. De zeer weinigen die in staat zouden zyn behoorlyk te antwoorden op 't vae victis dat op ons aanrukt, werden juist dóór de Thorbeckse zogenaamde beginselen, buiten de wet geplaatst. Brennus kan gerust z'n gang gaan: de Camillussen zyn van honk gejaagd! In plaats daarvan hebben wy ‘kiesdistrikkies’ en 'n tal van provinciale beroemdhedens, die wel zorg zullen dragen dat er vlees genoeg in 't land blyft om de Pruisische Landwehr te onthalen. By de eerste commotie in Europa, worden wy ingelyfd. Dit had de ‘staatsman’ Thorbecke moeten voorzien en beletten, of... weerstreven althans. Dát ware z'n staatsmanstaak geweest, z'n roeping, z'n plicht! Inplaats daarvan... Zie, staat het overige der geschiedenis dezer dingen niet geschreven in het boek der...grafschriftjes? Nederland zal ondergaan aan bovenmatig gebruik van gewoonheid. Men heeft het gewild! Zou daartegen op dit ogenblik nog iets te doen zyn? Thans, na 'n kwart-eeuw versnippering van kracht? Na dat knotten van al wat uitsteekt? Na 't stelselmatig smoren van elke individualiteit? Na 't ontmannen van alles wat veerkracht had? Na 't van de baan dringen der weinigen - juist die weinigen hadden we nodig! - die niet pasten in 't bekrompen kadertje van de ‘thorbeckse beginselen’? | |
[pagina 229]
| |
Is er nog redding mogelyk? Dit weet ik niet! Maar wél weet ik, dat alle redding ónmogelyk is, zolang wy geregeerd worden door 'n Volksvertegenwoordiging, als waarmee die ‘beginselen’ ons arm landje hebben opgescheept. Weg met de Kamers! En dan? Gesteld dat ik niet wist te antwoorden op deze vraag, erger dan thans kan 't nooit worden. Ook dán nog: weg met de Kamers! En dan? Gy, hy, zy, het, voorlopig aan 't hoofd... wie of wat ge wilt, maar: weg met de Kamers! En dan? Ik ben gereed tot antwoord op die vraag - o, sedert jaren reeds! - doch de natie is niet gereed m'n antwoord nuttig te gebruiken. Voor heden dit alleen: weg met de Kamers! Lezer, ik vraag u in gemoede, hebt gy ooit iemand horen party trekken voor onze Volksvertegenwoordiging? Zaagt ge ooit 'n College, 'n Vergadering, 'n Autoriteit, zo algemeen eenstemmig geminacht, als dat rechtstreeks uitvloeisel van de staatsmanschap die men den armen Thorbecke heeft aangewreven? Ik begin medelyden met hem te krygen, als ik bedenk hoe zeer hyzelf te lyden had onder zyn eigen werk. De oude geschiedenis van Phalaris en den gloeienden stier! By de eerste commotie in Europa, worden wy ingelyfd. Hierover bestaat in 't Buitenland niet de minste twyfel. En in Nederland zelf durven slechts weinigen dien twyfel voorwenden. Myn verdriet over 't achterblyven van de politische Rundschau die ik had willen leveren, valt weg by de smart over deze hoofdwaarheid. Het doet er niet meer toe, dat de voedingsmiddelen slecht, duur en zelfs voor velen onverkrygbaar zyn, dat leger en marine zich in onvoldoenden toestand bevinden, dat de handel van geheel Nederland achterstaat by dien van de stad Hamburg alleen, dat het onderwys gebrekkig is, dat ons gezag in Indië stuiptrekt, dat litteratuur, kunst en wetenschap beneden peil staan, dat het publiek rechtsgevoel ten-enen-male ondermynd is... dit alles lost zich op in de éne schrikmaar: By de eerste commotie in Europa, worden wy ingelyfd. | |
[pagina 230]
| |
|