gedeelte by stukken en brokken verloren gegaan. Schipbreuk, brand, oproer, onverwacht vertrek met achterlating van bagage - zegge: vlucht! - diefstal...
Meermalen stond ik hier of daar, met 'n klein pakjen onder den arm, op 'n kruisweg, zonder de minste reden om te kiezen tussen rechts en links, tussen voorwaarts of terug! Maar... in dat pakje waren altyd - duidt het me niet ten kwade, Nederland en Van Twist, al zy 't u dan niet aangenaam! - de bewysstukken van de Havelaarszaak. Ik ben zonder hemd geweest, maar nooit zonder de getuigschriften die den nazaat zullen in staat stellen recht te spreken tussen u en my. Van Twist kent die stukken, en bezit ze, tenzyd-i ze vernietigd heeft om zich 't sussen van z'n geweten wat minder moeilyk te maken. Uitgeleend, aan anderen meegedeeld, heeft hy ze niet... daar ben ik zeker van! Ik nodig ieder uit, dien man te vragen of ik de waarheid zeg, en hém sommeer ik my te logenstraffen.
Nu ja, ik heb hem reeds zo dikwyls gesommeerd, en hy weet nu eenmaal dat Nederland genoegen neemt met z'n zwygen!
Ach, het pakjen aantekeningen over andere zaken, dat ik onder den arm droeg, was soms zeer dun. Doch als de mier, die me tot beeld diende in de Saïdjah-geschiedenis, na elke ruwe verstoring van m'n arbeid, begon ik opnieuw. Tienmaal, twintigmaal, honderdmaal!
By de herdenking aan dat alles, is er in m'n ziel stryd tussen weemoed over zoveel mislukt pogen, en fierheid op 't verwinnen van zúlken tegenspoed. Want... overwonnen is ze! Wel ging er veel verloren. Wel weegt het ganse leven van den nieteling dien ik tot vertegenwoordiger koos van 't verrot neerlandismus, niet op tegen één kwartier stemming dat my bedorven werd door zúlke bitterheid, maar m'n gemoed bleek ryk genoeg - spreek me tegen, als ge durft! - om, na dat alles, in één kwartier nog altyd meer te leveren dan zo'n geheel leven opbracht. Ik erken dat dit niet veel zeggen wil, wanneer men 't ras der Van Weerten met Louise's maat meet. Veel minder nog, als men daarby in acht neemt hoeveel lager nog dan nul de man staat, die zoveel positief kwaad stichtte.
Dezer dagen zal hy waarschynlyk sterven. Lezer, meen niet dat ik van plan ben hem te vermoorden. 't Zou te jammer van me