Na vele dagen wachtens op die wyze, deelde hy my in een brief mee, dat de zaak hem bezwaarlyk voorkwam: ‘omdat hy niet wist of ik bedreven genoeg was in de Franse taal.’
Ik werd misselyk, en antwoordde dat ook ik hiervan niet zeker was. Zeker zag de stumperd my aan voor 'n boerenprocureur, 't verheven vak waarin hy zo uitmuntte, toen de Natie meende hem te kunnen gebruiken, eerst als Volksvertegenwoordiger, vervolgens als Onderkoning van Insulinde!
Wat er gedurende die aanraking met den ellendeling méér gebeurde, ga ik nu voorby, omdat het me stuit zaken te behandelen, die niet geheel-en-al thuis horen op publiek terrein. Toch zal ik 't misschien eenmaal zeggen, mits hy de goedheid hebbe daarop aan te dringen. Kom-aan, gewezen Onderkoning van Insulinde, die zo zwaar tilt aan 'n beetje Frans! 't Is waar, gyzelf hebt in vyf jaren tyds niet kunnen leren één woord Maleis te spreken!
Zy die menen dat ik den man te veel eer bewys, door me zo dikwyls met hem bezig te houden, worden verwezen naar 't Naschrift van m'n eerste brochure over Vryen arbeid, waarin ik hem benoemde tot vertegenwoordiger der Nederlandse... eigenaardigheden die ik bestryd.