915.
Ik zeide in 861: men dringe den geringen stand geen onderwys op, doch belemmere de ontwikkeling niet waar ze verlangd wordt. Dit belemmeren geschiedt. Om nu van financiële beletselen niet te spreken, wordt er niet door 't ‘geloof’ tevredenheid, berusting, nederigheid, zelfverguizing geleraard? Is niet die hele godsdienst één wyzen op den Hemel - waar alles beter wezen zal! - om de patiënten tevree te stellen met 'n Aarde... waarop zeer veel verkeerds, en 't brood duur is?
De ware mensenvriend wekt op tot óntevredenheid met het gebrekkige. 't Is niet waar, dat onze funktie bestaat in lyden, torsen, hongeren, jammeren. 't Is niet waar, dat wy geboren werden om 'n God te amuseren met onze marteling... goede, domme, welmenende Bellamy, dat zweer ik by open venster! Maar met minder succes dan gy. Dit moet ik erkennen.
Want zyzelf die 't meest lyden onder de biologie waarmee men