álle scholen wordt aangekweekt, maakt de vraag of de geringe stand meer leren moet, dan wel de hogere beter, tot 'n overbodigheid. Ik behandelde die kwestie, niet om ze op te lossen, maar om te wyzen op de huichelary waarmee zy gedurig wordt op den achtergrond geschoven.
Dat wy den ‘geringen man’ het tweesnydend zwaard der wetenschap niet in de hand durven geven, blykt... uit het stuk van den heer Hemkes, en uit den prys van 't onderwys op onze hogere-burgerscholen. De kennis moet privatief eigendom blyven, zy 't dan niet als in vroeger eeuwen, van den vechtadel en de monniken dan toch van de aristokratie der kruieniery die 'n ‘fatsoenlyke opleiding’ betalen kan. En om te voorkomen dat zelfs in dezen stand het weten niet oversla in willen, wordt ook hier 't onderwys voorbereid en gesausd met 'n narkotisch mengseltje van ‘Geloof’ dat tegelykertyd den Mecklemburgsen Prügel uitwint, en volkomen dezelfde kracht heeft als 't voorschrift: maak ze untertänig, Herr Schulmeister!
Gnädigst aufzuwarten! is 't antwoord dat ons door bakers, katechiseermeesters, onderwyzers... door ouders zelf - is 't geen schande? - gegeven wordt. Ik geloof 't graag dat men den stok missen kan, als men over bliksemen en verdoemenis te beschikken heeft! Wie zou niet gedwee worden onder zo'n tucht?