Volledige werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend896.In de jaarboeken van de kriminele Justitie speelt het bedwelmen van slachtoffers een grote rol. Heel moeilyk is het dan ook niet, iemand te beroven van eigendom, zogenaamde eer of leven als men hem vooraf wezenloos en willoos gemaakt heeft. De dief of moordenaar die deze methode toepast, zou al zeer onbescheiden moeten zyn, om zich uit te geven voor 'n Laurens Coster in z'n vak, al ontware men dan ook zekeren wedyver van zinnediepte tussen zyn procédé en de drukkunst. (Zie een der noten op 527.) Stellen wy dat iemand zich beklaagde over een misdadiger die des nachts z'n kamer inbrak, daar alles byeenzamelde wat van zyn gading was, zich daarmee verwyderde... - En gy... wat deedt gy? vraagt ieder dien de bestolene het gebeurde meedeelt. - Ik deed... niets. 't Was me onmogelyk my te bewegen. Wie denkt daarby niet terstond aan slaapdranken, aether, chloroform, aan 't poeder dat de Javaanse dieven door spleet of sleutelgat blazen?Ga naar voetnoot* - De dief moet geruis gemaakt hebben. Dat hadt ge moeten horen. Ge waart in slaap... ge moest ontwaakt zyn. - Ik sliep niet. Ik hoorde en zag... maar kon me niet bewegen. | |
[pagina 634]
| |
By die betuiging blyft het. En de bestolene heeft zich niets te verwyten. Maar nu gaan de misdadigers een schrede verder. Vóór zy aan 't roven gaan, komen zy u verzoeken hun drankjen in te nemen, hun aether of poeiertjes op te snuiven... Ik durf u voorstellen dit verzoek van de hand te wyzen, lezer, al werd het ingediend met 'n keizerlyke aanbeveling van den zoon des zeer godvruchtigen Lodewyks. En voornamelyk richt ik deze waarschuwing tot de Protestanten die zoveel wakkerder menen te zyn dan de rechtstreekse slachtoffers van onzen Ottfried. |
|