874.
Ik verwacht niet anders dan dat de meeste onderwyzers van beroep my ongelyk geven, en hoor hen zeggen:
- Nu, als ik wachten zou tot die jongen me naliep om wat te weten van driehoeksmeting, van stuifmeeldraadjes, van germaanse oudheid...
Ik geloof het gaarne! Ge hebt niet gewacht, en kunt dus niet weten wat er zou geschied zyn, als gy de begeerte naar kennis behoorlyk hadt laten rypen.
Of er kinderen zyn, by wie deze begeerte zich nooit openbaart? Deze vraag kan ook anders gesteld worden, en wel - ik beveel deze methode ook voor andere vraagstukken aan - op 'n manier die 't antwoord meebrengt: men wenst te weten, of sommige kinderen schadeloos kunnen verdronken worden?
Wel zeker, er zyn idioot-geborenen! Maar niet in de behoeften van deze ongelukkigen zoeke men 't richtsnoer ter beoordeling van het onderwys waarop 'n wélgeschapen kind aanspraak heeft. Wy mogen niet willens en wetens het getal der geestelyk-mismaakten vermeerderen.