873.
Wie nu meent dat ik strenge, stipte wetenschap laag stel of zou willen verwaarloosd zien, bedriegt zich. Ik dring integendeel zeer ernstig op 't handhaven van haar rechten aan, en juist daarom wenste ik dat het jong gemoed behoorlyk werd voorbereid om haar te ontvangen met de graagte waarop zy aanspraak heeft. Men zou in dit opzicht veel bereiken door onthouding, althans door vermyding van het tegendeel. Uit eerbied voor 't exacte, doet het me leed dat de logieën worden toegediend op 'n manier die de waardering van de poëzie der juistheid in den weg staat. Dit is geheel en al een zaak van opportuniteit.
Dezelfde leerling die nu misselyk wordt gemaakt van Tacitus, zou misschien z'n grootste vreugd scheppen in 't ontleden der werken van dien schryver, als hy vooraf en liefst uit eigen aandrift had leren belangstellen in de daarin behandelde zaken. Er komt een tyd dat de knaap zich voelt aangetrokken door de vaak treffende verhoudingen tussen uitgebreidheden en getallen. Wie ooit, byv. des nachts wakker liggende, zich bezighield met de evenredigheid tussen zekere lynen en figuren op tapytwerk of behangsel, zal me begrypen. Een ander zal behoefte voelen aan kennis van de wyze waarop de stoffen zyn samengesteld. Hy wil weten wat ze verenigt, hoe ze ontbonden worden? Dan is de tyd der scheikundige lessen gekomen, niet toen de knaap met 'n onvriendelyk: wat gaat my dat aan! de boodschap afzei, die men hem brengen kwam op ongelegen uur.