Volledige werken. Deel 4. Een en ander over Pruisen en Nederland. Causerieën. De maatschappij tot nut van den Javaan. Ideeën, derde bundel
(1952)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 589]
| |
Sokrates beduidt gewoonlyk ‘ik die zóveel weet, betuig laag te staan, quaeritur: waar is uw plaats, gy die minder weet?’ Voor Sokrates willen we hopen dat hy notie had, of Ahnung althans, van 't uitgestrekt gebied dat hy nooit betrad. Het is oneindig! Maar wy misbruiken veelal zyn klacht, om zelfverheffend de aandacht te vestigen op 't - nietig! - deel daarvan, dat we wél doorliepen, en in dat geval bewyst de pretentie per se dat ze aanmatigend is. Want 'n oneindig-klein deel en een nog iets kleiner deel staan in gelyke verhouding tot oneindigheid. |
|