867.
Maar ik spreek op dit ogenblik niet van de zydelingse gevolgen dezer opdringery. Ik vraag nu: welke zyn de rechtstreekse resultaten van ons dwangsysteem? Ze zyn nietig. Indien 't mogelyk ware alles op te schryven wat wy te danken hebben aan de school, zouden wy ons ergeren aan de geringe som zilverlingen, waarvoor het genot en de nuttigheid van 't onafhankelyk waarnemen werd ontfutseld aan ons jong gemoed.
Wie achtslaat op het peil van algemene kennis, zou byna in verzoeking komen te geloven dat onze jeugd zich steeds onbelemmerd mocht overgeven aan 't bestuderen van blauwvliegen. En de graad onzer geschiktheid tot waarnemen van wat de Natuur ter beschouwing aanbiedt, geeft recht tot den eis dat we volleerd zouden wezen in persoonlyke tussenwerpsels, bedryvende voegwoorden, of wat dies meer zy.
Maar noch 't een noch 't ander is het geval. De Natuur laat zich niet bespotten. Wie háár versmaadt, bereikt niets!